Logos Multilingual Portal

13. Jakobsón en het vertalen - Deel Een

HomeTerugVooruit


Onder de werken van Romàn Jakobsón is een essay uit 1959 van bijzonder belang in het kader van zijn denken over het probleem van de vertaling. "On Linguistic Aspects of Translation" bevat in zeven bladzijden een ware goudmijn aan fundamentele overdenkingen over dit onderwerp, die na meer dan veertig jaar nog steeds niets van hun belang hebben verloren.

Voordat wij nader ingaan op dit essay, is een waarschuwing op haar plaats: men moet zich niet door de titel van het essay op een dwaalspoor laten brengen, en vooral niet door het adjectief «Linguistic». Het begrip «linguistic» is voor Jakobsón namelijk bijzonder uitgebreid, en overschrijdt in ruime mate de traditionele grenzen van de taalkunde.

Wij willen hier het hele essay behandelen en waar nodig van commentaar voorzien. Daarbij zullen we uitvoeriger stilstaan bij diverse uitspraken. Meer nog dan een essay over vertalen moeten we het onzes inziens beschouwen als een essay over het belang dat vertalen heeft op het semiotische vlak, over vertalen als begrip, eerder nog dan over vertalen als activiteit. De citaten zijn in de oorspronkelijke taal gelaten, want wij zouden het vreemd vinden beschouwingen over de vertaling te vertalen die uitgaan van woorden die met opzet in een bepaalde taal zijn gekozen om iets heel vastomlijnds te illustreren.

Aan het begin van het essay komt een belangrijk idee ter sprake. Jakobsón citeert de volgende uitspraak van Bertrand Russell: «No one can understand the word "cheese" unless he has a nonlinguistic acquaintance with cheese». Russell zegt met andere woorden dat woorden in zichzelf niet in staat zijn betekenissen over te dragen die niet gebaseerd zijn op de directe ervaring.

Voor een vertaler zitten er allerlei problematische kantjes aan deze uitspraak, omdat ze zou betekenen dat het voor een individu dat buiten een bepaalde cultuur staat onmogelijk zou zijn om woorden te assimileren die verwijzen naar ideeën/objecten die deel uitmaken van die cultuur, maar niet van die van de vertaler.

Jakobsón is het dan ook oneens met deze uitspraak en stelt dat het er in dit geval om gaat uit te leggen dat «cheese» de betekenis heeft van «food made of pressed curds»1. Het volstaat dus dat een persoon die behoort tot een cultuur die geen kaas kent weet wat gestremde melk is, zodat hij zich een idee kan vormen van wat «kaas» betekent. Als wij bijvoorbeeld lezen dat de joden zich tijdens de uittocht uit Egypte met manna voedden, krijgen wij lezers van de Bijbel, hoewel wij nooit manna hebben kunnen proeven, toch een idee van wat het kan zijn: een idee dat voor ieder individu verschillend is, maar dat gemeenschappelijke kenmerken heeft.

Hieruit trekt Jakobsón een fundamentele conclusie: «The meaning [...] of any word or phrase whatsoever is definitely [...] a semiotic fact»2. Het heeft dan ook geen zin om een betekenis (signatum) toe te wijzen aan het ding an sich en niet aan het teken: niemand heeft ooit de geur geroken of de smaak geproefd van de betekenis van «cheese» of «apple». Het signatum (signifié of betekenis) kan alleen bestaan indien er ook een signum (signifiant of teken) bestaat. Een persoon die gorgonzola of emmenthal proeft, kan er zonder hulp van de verbale code niet in slagen om de betekenis van het woord «cheese», te begrijpen, omdat er voor het uitleggen van een onbekend woord een serie linguïstische tekens nodig is.

De betekenis van een woord is niets anders dan zijn vertaling in andere woorden: en hier zien wij hoe belangrijk de vertaling, in ruime zin opgevat, is voor de communicatie in het algemeen en voor de communicatie tussen verschillende culturen in het bijzonder. Zonder de vertaling zou het onmogelijk zijn om iemand objecten te leren kennen die geen deel uitmaken van zijn cultuur.

Volgens Jakobsón bestaan er drie manieren waarop men een verbaal teken kan interpreteren:

  1. (1) Intralinguale vertaling, dat wil zeggen herformulering van talige tekens door middel van andere tekens uit diezelfde taal.
  2. (2) Interlinguale vertaling, dat wil zeggen echte vertaling, namelijk een interpretatie van talige tekens door middel van een andere taal.
  3. (3) Intersemiotische vertaling of transmutatie, dat wil zeggen een interpretatie van talige tekens door middel van niet-talige tekensystemen.3

In de voorbeelden die we hierboven gaven aan de hand van het woord «cheese» probeerden wij er een intralinguale vertaling van te geven, dat wil zeggen door middel van een omschrijving (perifrase), een omtrekkende beweging in woorden, zonder een andere taal te gebruiken, de betekenis van «cheese» te geven. In wezen gaat het er hierbij om woorden te zoeken die bijna synoniemen zijn. «Maar gewoonlijk is synonymie geen volledige equivalentie.»4, vermaant Jakobsón ons. De manier van uitleggen van een uitdrukking met andere woorden is altijd een vorm van interpretatie en kan variëren met degene die deze geeft. Om dezelfde reden ontstaat variatie van mogelijke vertalingen, ook bij interlinguale omzettingen.

«All cognitive experience and its classification is conveyable in any existing language. Whenever there is a deficiency, terminology can be qualified and amplified by loanwords or loan translations, by neologisms or semantic shifts, and, finally, by circumlocutions»5

Natuurlijk bestaat er geen universele, empirische en reproduceerbare methode om, wanneer zulke tekortkomingen zich voordoen, te besluiten of het nodig is op te treden en zo ja, op welke van de door Jakobsón aangegeven manieren. Met andere woorden, het is niet mogelijk om terug te vallen op één methode om het probleem van het vertaalresidu op te lossen. De Tsjoektsji's in Noordoost-Siberië noemen bijvoorbeeld een schroef «draaiende spijker», staal duiden ze aan als «hard ijzer», blik als «dun ijzer» en gips als «schrijvende zeep». Maar iedere technisch vertaler weet dat het niet altijd genoeg is om iets te zeggen dat juist is, veel vaker is het noodzakelijk om het op de juiste manier te zeggen. Hierop zullen wij nog vaak terugkomen, vooral in het derde deel van onze cursus.

 

Bibliografie

JAKOBSÓN R. On Linguistic Aspects of Translation, in Language in Literature, uitgeg. door Krystyna Pomorska e Stephen Rudy, Cambridge (Massachusetts), Harvard University Press, 1987, p. 428-435. ISBN 0-674-51028-3, Ned. vertaling: Enkele linguïstische aspecten van het vertalen, vert. door B. de Lange, in "Filter", jg. 6, nr. 2, p. 57-64.


1 Jakobsón 1987, p. 428.
«voedsel gemaakt van geperste gestremde melk».
2 Jakobsón 1987, p. 428.br> 3 Jakobsón 1987, p. 429.
4 Jakobsón 1987, p. 429.
5 Jakobsón 1987, p. 431.
«Alle cognitieve ervaringen en hun classificatie kunnen in elke bestaande taal worden omgezet. Als een tekortkoming bestaat, kan de terminologie worden gekwalificeerd en uitgebreid door middel van leenwoorden of vertalingen van leenwoorden, met behulp van neologismen of semantische verschuivingen en tenslotte door middel van omschrijvingen».



OP HET NET
(Engels)
JAKOBSÓN


 



HomeTerugVooruit