Een belangrijk aspect van de problemen van het vertalen hangt samen met de invloed die grammaticale categorieën hebben op de vertaling en haar mogelijke uitkomsten. Op het eerste gezicht zou je denken dat «Wandelen door het park is plezierig» en «Een wandeling door het park is een genoegen» erg op elkaar lijkende uitingen zijn, men zou ze zelfs "equivalent" kunnen noemen. Jakobsón stelt dat dit aspect, het verschil van grammaticale categorie, zoals bijvoorbeeld het gebruik van een zelfstandig naamwoord in plaats van een werkwoord of een adjectief, van groot belang is. In twee essays, Poëzie van de grammatica en grammatica van de poëzie1 en Grammatical Parallelism and Its Russian Facet2 gaat Jakobsón nader in op het structurele belang van de delen van de discours in de tekst, en in het bijzonder in de literaire tekst. Het gebruik van een werkwoord in plaats van een zelfstandig naamwoord is niet zonder betekenis, het heeft een expressieve lading.
In het essay over het vertalen waaruit wij al verschillende malen citeerden, legt Jakobsón de nodige nadruk op de problemen die ontstaan bij vertalingen uit talen met verschillende grammaticale categorieën.
It is more difficult to remain faithful to the original when we translate into a language provided with a certain grammatical category from a language lacking such a category3.
Een klassiek geval is wanneer men de simple past, de gewone verleden tijd, tegenkomt bij het vertalen uit het Engels of het Nederlands in een taal als het Italiaans. In sommige gevallen is het onmogelijk uit de context op te maken of het werkwoord een voltooide of een onvoltooide betekenis heeft, of het gaat om een afgesloten en vaststaande handeling of een herhaalde, onvoltooide handeling, en daarmee welke werkwoordstijden bij de vertaling in de doeltaal moeten worden gebruikt. Een nadere complicatie ontstaat doordat het voor iemand die in het Engels of het Nederlands schrijft helemaal niet nodig is om te besluiten of aan een werkwoord in de verleden tijd een voltooide of onvoltooide betekenis moet worden gegeven; de taal biedt de mogelijkheid om het idee van een «niet nader gepreciseerd verleden» uit te drukken. Het is een extra expressief middel, omdat het de Engels- of Nederlandstalige auteur in staat stelt om in het vage te laten wat niet door de grammaticale categorie behoeft te worden gepreciseerd. Omgekeerd moet iemand die uit het Nederlands in het Italiaans vertaalt soms een keuze maken die hem dwingt te preciseren wat in zijn eigen taal niet wordt uitgedrukt.
«Languages differ essentially in what they must convey and not in what they can convey. Each verb of a given language imperatively raises a set of specific yes-or-no questions, as for instance: is the narrated event conceived with or without reference to its completion? is the narrated event presented as prior to the speech event or not? Naturally the attention of native speakers and listeners will be constantly focused on such items as are compulsory in their verbal code»4.
Wanneer de tekst wordt vertaald in een taal waarin die dubbelzinnigheid niet door de grammaticale categorieën is voorzien, wordt de vertaler gedwongen om te interpreteren waar de auteur dat niet heeft gewild, hij wordt gedwongen een keuze te maken en zich uit te spreken voor één lezing en de andere af te wijzen.
De voorbeelden die Jakobsón geeft, zijn erg interessant. Hij staat stil bij de vertaling in het Russisch van de Engelse zin «I hired a worker». De Russische vertaler moet twee keuzen maken die de Engelse auteur niet kent; de eerste betreft de betekenis die moet worden verleend aan het Engelse werkwoord «hired», namelijk of het gaat om een aspect van voltooidheid of onvoltooidheid, die de keuze tussen «nanjal» en «nanimal» met zich meebrengt; de tweede betreft het geslacht van de arbeid(st)er die wordt aangenomen, en die in het Russisch «rabotnika» of «rabotnicu» oplevert. Daartegenover blijkt uit de Russische vertaling (indien los gezien van het origineel) niet of de aangenomen arbeid(st)er «een» of «de» is, met andere woorden, of het om een onbepaalde persoon gaat of om een bepaalde persoon naar wie eerder is verwezen, zodat het bepaald lidwoord een anaforische waarde krijgt (dit gebeurt door de afwezigheid van het lidwoord in het Russisch).
De tot nu toe gemaakte opmerkingen over het gebruik van de grammaticale categorieën hebben vooral betrekking op een niet geheel rationeel taalgebruik. Wanneer de taal voor rationele doeleinden wordt gebruikt, verdwijnt het grammaticale model naar de achtergrond, omdat de definitie van onze ervaring nauw samenhangt met een voortdurend proces van interpretatie en hercodering, kortom, van vertaling. Daarom is het onvoorstelbaar dat rationele gegevens onvertaalbaar zouden zijn, want dat zou onbegrip van de rationele ervaring zelf impliceren. De ervaring die onvertaalbaar zou kunnen zijn, is die welke men aantreft «in jest, in dreams, in magic, briefly, in what one would call everyday verbal mythology, and in poetry above all»5, waar de grammaticale categorieën een sterke semantische lading hebben.
Het essay van Jakobsón over het vertalen eindigt met een verwijzing naar het Italiaanse gezegde op rijm: Traduttore, traditore6 (Vertaler, verrader).
In de geschiedenis van de vertaalkunde is er zoveel nonsens gedebiteerd over deze uitdrukking, dat het ons eens te meer mag verbazen hoe Jakobsón erin geslaagd is er diepgaande, oorspronkelijke overdenkingen van hoog wetenschappelijk niveau aan te ontlenen.
In de eerste plaats onderzoekt Jakobsón het probleem van de vertaling van het epigram in het Engels. Zou men het vertalen als «the translator is a betrayer», dan zou men het beroven van al zijn paronomastische waarde. (Van paronomasie of paronomàsia is sprake als men twee woorden met een op elkaar gelijkende klank of twee woorden die een anagram van elkaar zijn naast elkaar zet.) Men zou er zo toe kunnen worden gebracht een cognitief standpunt in te nemen dat ons zou dwingen om dit aforisme in explicietere termen te stellen en antwoord te geven op de vragen: vertaler van welke boodschappen? Verrader van welke waarden?7.
Uit de elegantie en lichtvoetigheid van Jakobsóns woorden kan de lezer de onderwerpen aanvoelen die een grote rol zullen spelen in het derde deel van onze cursus, waarin het erom gaat de vertaalwetenschap te ontdoen van de gemeenplaatsen die er jaren lang aan hebben vastgekleefd. Verrader van welke waarden? En wat wordt in dit verband bedoeld met «trouw»? Geen enkele vertaler zal er, net zo min als een partner in de liefde, prat op gaan dat hij "ontrouw" is. Stellen dat vertalingen "trouw aan het origineel" zijn of zouden moeten zijn, heeft daarom dezelfde waarde als de zin: «Men moet zich goed gedragen. Men moet zich niet misdragen». De soldaten van de in de slag bij Pavia (1525) gesneuvelde Franse kapitein J. de Chabannes, Heer van La Palice8, die hem gedachten in strofen als «Een kwartier voor zijn dood / was hij nog in leven», zijn daarbij vergeleken echte dilettanten. Natuurlijk moet je trouw zijn, maar dat heeft geen precieze betekenis, zegt Jakobsón tussen de regels, als je niet eerst bepaalt waaraan je trouw wilt zijn.
Vertaler van welke boodschappen? Deze vraag dwingt ons om ons bezig te houden met de complexiteit van de vertaling, haar meervoudige aard en bijgevolg de relativiteit van de vraagstelling. Als wij niet van te voren de termen van het discours definiëren, kunnen we onmogelijk serieus wetenschappelijk werk verrichten. Wij zullen in belangrijke mate gebruik maken van het werk van Peeter Torop, hoogleraar semiotiek aan de Universiteit van Tartu (Finland), en wetenschappelijk en academisch erfgenaam van de grote Jurij Lotman, van wie hij een leerling is. Zijn opvattingen over de « totale vertaling» zullen ons tot grote steun zijn bij het beantwoorden van de door Jakobsón gestelde vraag.
Bibliografie
JAKOBSÓN R. On Linguistic Aspects of Translation, in Language in Literature,
uitgeg. door Krystyna Pomorska e Stephen Rudy, Cambridge (Massachusetts), Harvard University Press, 1987, p. 428-435. ISBN 0-674-51028-3, Ned. vertaling: Enkele linguïstische aspecten van het vertalen, vert. door B. de Lange, in "Filter", jg. 6, nr. 2, p. 57-64.
TOROP P. Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Uitgaven van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8. Italiaanse vertaling: TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4.
1 Poèzija grammatiki i grammatika poèzii, 1960.
2 Uit 1966.
3 Jakobsón 1987, p. 432.
«Het is moeilijker trouw te blijven aan het origineel wanneer men vertaalt naar een taal die beschikt over een bepaalde grammaticale categorie vanuit een taal die die categorie niet kent».
4 Jakobsón 1987, p. 433.
«Talen verschillen wezenlijk in wat ze moeten uitdrukken en niet in wat ze kunnen uitdrukken. Elk werkwoord van een bepaalde taal roept nadrukkelijk een serie vragen op waarop met ja of nee moet worden geantwoord, zoals: Is de beschreven gebeurtenis opgevat met verwijzing naar haar voltooiing of niet? Wordt de beschreven gebeurtenis gepresenteerd als voorafgaand aan de taaluiting of niet? Natuurlijk wordt de aandacht van de native speakers constant gericht op die elementen die verplicht zijn in hun verbale code».
5 Jakobsón 1987, p. 433.
«In scherts, dromen, magie, kortom, in dat wat wij alledaagse mythologie zouden kunnen noemen, en vooral in poëzie».
6 Jakobsón 1987, p. 435.
7 Jakobsón 1987, p. 435.
8 Daar is het woord «lapalissade» aan ontleend.
|
OP HET NET (Engels)
JAKOBSÓN
|