Logos Multilingual Portal

16. Vertaalwetenschap - Deel Een

HomeTerugVooruit


In de voorgaande lessen hebben we gezien hoeveel processen een rol spelen in die dagelijkse activiteit die wij «vertalen» noemen, en hoe breed het spectrum van opvattingen over «vertaling » is: binnen dat bereik vertegenwoordigt de interlinguale vertaling slechts één van haar verschillende verschijningsvormen.

Men zegt dat (interlinguaal) vertalen één der oudste beroepen ter wereld is. De Bijbel is reeds een voorbeeld van vertaling uit verschillende talen: de oudste versies waarover wij beschikken, bevatten woorden in het Aramees, stukken in het Hebreeuws en - in wat we kennen als het Nieuwe Testament - delen in het Grieks. Dit neemt niet weg dat er vóór de jaren tachtig van de twintigste eeuw geen discipline bestond die zich specifiek bezighield met het vertalen en de daarbij behorende problemen.

Men kan veronderstellen dat het vertalen eeuwenlang bijna onopgemerkt heeft plaatsgevonden - juist omdat er "altijd" vertalingen hebben bestaan -, dat het werd gezien als een vanzelfsprekend element aan de culturele horizon en dat niemand de behoefte heeft gevoeld of geuit om er een aparte tak van wetenschap aan te wijden, ook al zijn er sinds Cicero talrijke geschriften aan het onderwerp gewijd.

Daarentegen hebben verschillende "kunsten" of disciplines zich op min of meer marginale wijze met vertalen beziggehouden, van de retorica tot de narratologie en de taalkunde, maar tot voor kort heeft men er nooit aan gedacht het beeld om te keren, een revolutie te ontketenen door de interlinguale vertaling niet langer als min of meer clandestiene, provisorische satelliet van andere wetenschappen te zien, maar haar te kwalificeren als een eigen systeem met als kern het begrip vertaling in brede zin, en met op zijn beurt als satellieten de verschillende soorten vertaling: tekstueel, metatekstueel, intratekstueel, intertekstueel, extratekstueel.

Hoe heet deze betrekkelijk nieuwe discipline? Er zijn zoveel namen aan gegeven dat men elkaar zonder vertalers niet zou kunnen begrijpen.

De Engelsen spreken over "translation studies", of informeler gezegd, TS. Daarmee hebben ze een uitdrukking gecreëerd die in bijna alle andere talen onvertaalbaar is, of tenminste niet te vertalen zonder dat er een flink residu overblijft. Om te beginnen is het woord «studies» een probleem voor de vertaler, die meteen merkt dat hij dat niet simpelweg met het meervoud van «studie» in een andere taal dan het Engels kan weergeven. Het is echter duidelijk dat een discipline met de naam «translation studies» een wetenschappelijke opzet heeft, en geen ruimte laat voor twijfel over het object waar zij zich mee bezighoudt.

De Fransen hebben het over traductologie. Berman stelde in 1985:

De bewuste articulatie van de ervaring van de vertaling als onderscheiden van alle objectiverende kennis die daar los van staat (zoals wordt ontwikkeld door de taalkunde, de vergelijkende literatuurwetenschap en de poëtica) is dat wat ik traductologie noem1.

Sommige vertalers, met inbegrip van vertalers Frans, vinden «traductologie» een lelijk, onesthetisch woord. Misschien wil niet iedere vertaalwetenschapper het woord «traductoloog» op zijn visitekaartje hebben staan, maar het woord is volgens normale, vaker toegepaste criteria ontstaan.

De Duitsers en Nederlanders geven de voorkeur aan respectievelijk Übersetzungwissenschaft en vertaalwetenschap (Van Dale, editie 1992: "wetenschap die theorie en problematiek van het vertalen onderzoekt"). Met deze woorden onderstrepen zij hun geloof in het wetenschappelijke karakter van hun studie. De Van Dale geeft ook nog het woord "vertaalkunde" met als betekenis "theorie en praktijk van het vertalen".

In Rusland spreekt men met een analoog procédé van vorming van samengestelde woorden van perevodovédenie, dat echter niet echt «vertaalwetenschap» betekent, want «wetenschap» is nauka. Védenie is iets dat tussen deskundigheid en bewustzijn in ligt. Het gaat om een woord met een oude, indo-europese oorsprong: het is verwant aan het woord in het Sanskriet vidâ , wat «kennis» betekent. De Russen boffen, want met het achtervoegsel -védenie lossen ze een hoop terminologische problemen op: literaturovédenie, betekent bijvoorbeeld «theorie van de letterkunde», maar staat ook voor «narratologie» en talloze andere termen die met deze begrippen verband houden.

In Italië wordt in universitaire kringen zowel gesproken van «traduttologia», als van «scienza della traduzione» (vertaalwetenschap), maar ook wel van «teoria e storia della traduzione» (theorie en geschiedenis van de vertaling), een verouderde, ontoereikende term, die riekt naar de op de vertaling toegepaste taalwetenschap.

Wij zullen het in het vervolg altijd hebben over "vertaalwetenschap".

Peeter Torop, hoogleraar aan de Universiteit van Tartu in Finland, heeft in 1995 een boek geschreven met de titel Total´nyj perevod, De totale vertaling. Wij kunnen ons vinden in Torops benadering van het probleem van het bestuderen van de vertaling in dit boek. Wij zullen eerst bekijken wat bedoeld wordt met het bijvoeglijk naamwoord «totaal», dat ons misschien op het eerste gezicht kan verbazen in zijn absolute karakter.

Vertaling moet voor Torop om twee redenen totaal zijn. Ten eerste omdat wij onder het woord «vertaling» behalve de interlinguale, ook de metatekstuele, de intertekstuele en de extratekstuele vertaling verstaan (verderop zullen wij behandelen wat wij verstaan onder deze begrippen), want wij vinden dat de volledige studie van vertaalproblemen in de breedste zin des woords meer kans heeft een wetenschappelijk resultaat op te leveren, omdat vertalen als proces in al deze gevallen op dezelfde manier in zijn werk gaat: alleen het begin- en het eindproduct veranderen van geval tot geval.En ons gaat het dus vooral om het vertaalproces.

De tweede reden waarom de vertaling als een geheel moet worden gezien, ligt in het feit dat wij, ondanks het bestaan van veel wetenschappelijk onderzoek vóór het bestaan van de vertaalwetenschap, willen streven naar «een allesomvattende methodologie»2, naar de ontwikkeling van een vertaalwetenschap die wortel kan schieten in voorgaand onderzoek.

Hierbij stuiten we echter op een in schijn onoverkomelijk obstakel: elke discipline heeft een terminologie, en in sommige gevallen heeft iedere auteur zijn sympathieën en eigenaardigheden, en daardoor zijn twee artikelen die misschien wel over hetzelfde onderwerp gaan uiterlijk totaal verschillend, en worden zelfs de onderwerpen van de analyses anders aangeduid: een soort prevertaalwetenschappelijke Babylonische spraakverwarring.

Ik hoop dat de lezer mij niet kwalijk zal nemen dat ik mij daarom aansluit bij Torop en voorstel (zonder in woordgrapjes te willen vervallen) dat de vertaalkundige in de eerste plaats de resultaten van vertaalstudies in één enkele doeltaal gaat vertalen en de afzonderlijke analytische methoden vertaalt in een overkoepelende methodologie: kortom -, in eenvoudige woorden gezegd - de vertaalkundige moet er vooral naar streven om wat er tot nu toe is geschreven over de vertaling om te zetten in methoden, om daarvan uitgaande vervolgens in een uniforme wetenschappelijke context onderzoek te kunnen verrichten zonder bang te hoeven zijn om niet te worden begrepen door collega's en anderen.

 

Bibliografie

BERMAN A. et al. Les tours de Babel. Essais sur la traduction. Essays van Antoine Berman, Gérard Granel, Annick Jaulin, Georges Mailhos, Henry Meschonnic, Mosé, Friedrich Schleiermacher. Mauzevin, Trans-Europ-Repress, 1985. ISBN 2-905670-17-7.

VAN DEN BROEK, R. en LEFEVERE, A., Uitnodiging tot de vertaalwetenchap, Muiderberg, Coutinho, 179.

LANGEVELD, A. Vertalen wat er staat, Amsterdam, Arbeiderspers, 1986.

VAN LEUVEN ZWART, K., Vertaalwetenschap: ontwikkelingen en perspectieven, Muiderberg, Coutinho, 1992.

TOROP P., La traducibilità [vertaalbaarheid], vert. door Bruno Osimo, in Testo a fronte, n. 20, maart 1999, p. 5-47. ISBN 88-7168-249-1.

TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4. Oorspr. titel Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.


1 Berman 1985, p. 38.
2 Torop 1995, p. 10.



OP HET NET
(Engels)
TOROP P.


 



HomeTerugVooruit