In de vorige les hebben wij gezien dat Torop diverse soorten vertaling onderscheidt. Wij zullen ze één voor één nader bekijken.
De tekstuele vertaling: deze staat in het middelpunt van de vertaalwetenschap, ook omdat er over deze activiteit het meeste is geschreven. Bovendien wordt traditioneel meestal deze activiteit bedoeld als men het heeft over «vertaling».
Onder «tekstuele vertaling» verstaan wij een proces waarin een tekst transformeert tot een andere tekst. Daarom wordt in deze term nog geen onderscheid gemaakt tussen interlinguale en intralinguale vertaling. Een parafrase van een tekst in tekstvorm is bijvoorbeeld een geval van tekstuele vertaling, ook al zijn beide teksten, prototekst en parafrase, in dezelfde code (taal) gesteld.
De prototekst is dat wat soms wordt aangeduid als «origineel», soms ook als «brontekst». Het woord is gevormd met behulp van het voorvoegsel proto-, dat van het Griekse prôtos is afgeleid en «eerste» betekent, een aanwijzing dat het zowel in ruimtelijke zin kan worden gebruikt als een tijd kan aanduiden.
Volgens hetzelfde principe kan wat soms wordt aangeduid als de «vertaalde tekst» en andere keren als de «doeltekst», ofwel het resultaat van de tekstuele vertaling, metatekst worden genoemd. Het voorvoegsel meta-, in het Grieks metá - dat «na» betekent (naast o.a. «met» en «door») - kan verandering, opvolging, opeenvolging in tijd, overdracht en het verderafgelegen zijn aangeven. We moeten echter goed letten op twee verschillende betekenissen van het woord «metatekst», die beide evenveel bestaansrecht hebben: die van resultaat van een tekstueel vertaalproces, en die van resultaat van een metatekstueel vertaalproces (zie hieronder).
Juist omdat de tekstuele vertaling het meest herkenbaar is, is aan die categorie de meeste literatuur gewijd; wanneer men het heeft over de andere soorten vertaling, denkt men altijd aan het model van de tekstuele vertaling: hierop moet de algemene methodologie van de vertaalwetenschap zich dus baseren, ook al vatten wij haar in de breedste zin van het woord op.
Dat studies op het gebied van vertaalwetenschap vaak op literaire teksten gebaseerd zijn, mag (aspirant)vertalers niet in verwarring brengen, en vooral niet diegenen die zich met niet-literaire teksten bezighouden: men mag niet denken dat analyses van de vertaling van een literaire tekst alleen waarde hebben voor een literaire tekst, of erger nog, uitsluitend voor die literaire tekst. Dat zou indruisen tegen een van beide fundamentele postulaten van de totale vertaling, namelijk dat het bij vertaalwetenschap draait om het vertaalproces, dat een elementaire kern heeft die alle typen vertaling, en zeker ook alle typen tekstuele interlinguale vertaling met elkaar gemeen hebben.
Onder metatekstuele vertaling verstaan wij een proces dat een tekst niet omzet in een andere tekst, maar in een cultuur: met andere woorden: de metatekst is het totaalbeeld van een tekst dat in een cultuur (de doelcultuur) wordt geschapen. Het totaalbeeld van een tekst in een cultuur wordt, behalve door de eigenlijke tekst, mede bepaald door wat die cultuur over die tekst zegt: een toespeling, die iemand (mondeling of schriftelijk) in het openbaar op de tekst maakt,, een citaat, een recensie, een lemma in een encyclopedie dat naar die tekst verwijst, een bij de tekst gevoegd nawoord of kritisch apparaat, en ga zo maar door: dit alles levert een bijdrage aan de totale beeldvorming van een tekst.
Als de metatekstuele vertaling van intralinguale aard is, maken de zojuist genoemde elementen deel uit van de metataal; is de metatekstuele vertaling echter interlinguaal van karakter, dan gaat ook de vertaalde tekst, samen met de metatekstuele elementen, een rol spelen, enkan deze, zoals wij hierboven al hebben gezien, in een ander opzicht «metatekst» worden genoemd. In werkelijkheid vormt deze metatekst slechts een deel van de totale metatekst van een interlinguale vertaling.
In sommige gevallen zijn, zoals Torop stelt, tekstueel en metatekstueel vertalen simultane en contextuele handelingen: de een vergezelt de ander: «Wanneer de vertaler of de uitgever (bezorger van de tekst) zelf de vertaling voorziet van een voorwoord, van commentaar, illustraties, verklarende woordenlijsten enzovoorts, dan is een combinatie mogelijk van tekstuele en metatekstuele vertaling»1.
Soms wordt de interlinguale vertaling toevertrouwd aan een professioneel vertaler, het voorwoord aan iemand anders en het kritisch apparaat aan een derde persoon, met als resultaat dat de metatekst een collectief en niet altijd even coherent werk wordt.
De intertekstuele vertaling. In de hedendaagse culturele wereld bestaat er geen tekst die op autonome wijze, los van een context tot stand komt. En dit geldt zeker nu informatie steeds sneller gaat circuleren in steeds fijnmazigere systemen. Ook al lijkt dit enerzijds te leiden tot een mondialisering van de cultuur, anderzijds vergemakkelijkt het de vergelijking van culturen onderling en stimuleert het de ontwikkeling bij al deze verscheidenheid.
De grote Russische semioloog Jurij Lotman (1922-1993) heeft in 1984 een essay over dit onderwerp gepubliceerd, waaraan hij de titel De semiosfeer gaf. Lotman vergelijkt de culturele wereld met een organisme, vergelijkbaar met het begrip "biosfeer" van Vernadskij2, een organisme dat misschien eerder psychologische dan biologische kenmerken heeft, maar dat toch alle eigenschappen heeft van een systeem:
[...] de semiosfeer van de moderne wereld die zich in de loop der eeuwen ononderbroken heeft uitgebreid in de ruimte, heeft een universeel karakter gekregen: ze omvat de signalen van satellieten net zozeer als de verzen der dichters of de geluiden van de dieren. [...] De dynamische ontwikkeling van de elementen van de semiosfeer (van de substructuren) neigt naar specificatie en daarmee groeit de interne verscheidenheid van het geheel3.
|
Dat is een boodschap vol troost in een tijd waarin sommigen bevreesd zijn dat de telematica zal leiden tot vervlakking van de plaatselijke culturen, tot standaardisering van smaken en uitroeiing van tradities:
[...] het proces van over en weer gaande informatie en opname in een algemene culturele wereld brengt niet alleen toenadering tussen verschillende culturen tot stand, maar ook de specialisatie van die culturen. Door haar entree te maken in een algemeen culturele wereld, begint een cultuur namelijk haar eigen originaliteit extra te cultiveren. [¿] Een geïsoleerde cultuur staat altijd "op zichzelf", ze is "natuurlijk" en wordt "door conventionele normen bestuurd". Zodra zij deel gaat uitmaken van een groter systeem, leert ze een extern gezichtspunt kennen van waaruit zij zichzelf kan bekijken en ontdekt ze daarbij dat ze een eigen specifieke aard heeft4.
|
Wellicht valt op dat deze visie sterk beïnvloed is door het freudiaanse begrip Oedipuscomplex: het naar boven komen van de identiteit van een schrijver ziet Lotman als metafoor van het naar boven komen van de identiteit van een zoon, en daarmee wordt een conflict met de vaderfiguur verondersteld: in het geval van culturele invloeden zijn alle voorlopers vaders, die, al naar gelang hun gewicht in de cultuur, meer of minder "in de weg staan" . Volgens Bloom wordt de tekst zelfs tot:
Dat is een boodschap vol troost in een tijd waarin sommigen bevreesd zijn dat de telematica zal leiden tot vervlakking van de plaatselijke culturen, tot standaardisering van smaken en uitroeiing van tradities:
a psychic battlefield upon which authentic forces struggle for the only victory worth winning, the divinating triumph over oblivion5.
|
Omdat elke auteur het volgens Bloom vreselijk vervelend vindt dat hij zo weinig origineel is, en zich gedwongen voelt te schrijven als een reactie op zijn voorlopers, net zoals het een zoon ergert dat hij zich niet volgens zijn eigen persoonlijkheid kan gedragen, doch slechts als een reactie op die van zijn vader, heeft een schrijver de neiging om het bestaan van zo'n invloed te ontkennen, of zoals men in het jargon van de psychoanalyse zegt, te . Verdringing heeft, net als ieder mechanisme dat neigt tot het vervalsen van de werkelijkheid teneinde die acceptabel te maken, als nevengevolg dat men niet meer in staat is de werken van zijn voorlopers op bewuste wijze te interpreteren. Bloom benoemt deze interpretatie die de helderheid van het bewustzijn verliest en tot «wanbegrip» wordt, en waardoor elk werk tot wanbegrip («misinterpretation») van een voorgaand werk leidt, en elke lezing, elke interpretatie, in werkelijkheid een verkeerde lezing («misreading») is van wat eerder is geschreven.
Bibliografie
BLOOM H. The Anxiety of Influence: A Theory of Poetry. New York, Oxford University Press, 1974.
BLOOM H. A Map of Misreading. New York, Oxford University Press, 1975.
BLOOM H. Poetry and Repression: Revisionism from Blake to Stevens. New Haven, Yale University Press, 1976.
LOTMAN JU. O semiosfere [Over de semiosfeer], in Töid märgisüsteemide alalt/Trudy po znakovym sistemam/Sign Systems Studies, volume 17, Tartu, 1984. ISSN 1406-4243.
Italiaanse vertaling: La semiosfera, uitg. door Simonetta Salvestroni, Venezia, Marsilio, 1985. ISBN 88-317-4703-7.
TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4. Oorspr. titel Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.
VERNADSKIJ V. I. Biosfera [De biosfeer], Moskvà, 1967.
1 Torop 1995, p. 13.
2 Vernadskij 1967.
3 Lotman 1985, p. 69.
4 Lotman 1985, p. 76.
5 «een psychisch slagveld waarop reële krachten strijden om de enige overwinning te behalen die de moeite waard is, de profetische triomf over de vergetelheid». Bloom 1976, p. 2. Onze vertaling.