Logos Multilingual Portal

22. Het vertaalproces - Deel Vier

HomeTerugVooruit


Aan het eind van de vorige les hebben wij het model van Torop gezien met de acht soorten passende vertaling, dat wij in een licht gewijzigde vorm hier nogmaals opnemen, met daarbij de nummers die overeenkomen met de beschrijvingen van elk type. Torop heeft de voorkeur gegeven aan een poëtische tekst als referentiële tekst. Als wij terugdenken aan wat wij hebben gezegd over het begrip totale vertaling (zie les 16), dan zal duidelijk zijn dat als het vertaalmodel een universele waarde moet hebben, het gebruik van een poëtische tekst als referentie geen beperking kan vormen.

passende vertaling

hercodering

transpositie

analyse

synthese

analyse

synthese

dominant

autonomie

dominant

autonomie

dominant

autonomie

dominant

autonomie

macrostilistisch

precies

microstilistisch

citationeel

thematisch

descriptief

expressief

vrij

1

2

3

4

5

6

7

8

De eerste waterscheiding is die tussen hercodering en transpositie.Hierin wordt, zoals al eerder opgemerkt, een onderscheid gemaakt tussen de overdracht van het expressieve vlak (hercodering) en die van de inhoud (transpositie). In deze les zullen wij ons bezighouden met de vertaling-hercodering, terwijl de volgende les gewijd zal zijn aan de vier typen van de vertaling-transpositie.

Als wij ons concentreren op de analytische hercodering (we brengen in herinnering dat de analyse dat aspect is van het vertaalproces, dat zich naar het origineel richt, terwijl de synthese de projectie van de brontekst op de doeltekst is) die op de dominant is gericht, krijgt men wat Torop definieert als

1. macrostilistische vertaling. In dit type vertaling is de dominant het expressieve vlak van het origineel, waarop ook de constructie van het inhoudelijk vlak van de doeltekst is gebaseerd. In de doeltekst heeft men een slaafse navolging van het metrum, van eventuele rijmen, strofen en alle formele structuren.

Een dergelijke vertaling wordt «macrostilistisch» genoemd omdat zij zich bij het behouden, reproduceren of reconstrueren van de stilistische kernmerken van het origineel niet fixeert op de afzonderlijke elementen, maar zich richt op een totale weergave van de stilistische elementen van de brontekst. In deze categorie vallen bijvoorbeeld berijmde vertalingen van poëzie die uitgaan van de metriek van het origineel maar die onvermijdelijk een semantische inhoud hebben die van het origineel verschilt. Zoals Nabókov zegt in het voorwoord van de beroemde Engelse vertaling van Poesjkin's Evgénij Onégin, «To reproduce the rhymes and yet translate the entire poem literally is mathematically impossible»1. Een interessant en zeer recent Nederlands voorbeeld is de berijmde vertaling van Dante's Divina Commedia door P. Verstegen en I. Cialona, die samen met concurrerende vertalingen, waaraan ten dele andere vertaalstrategieën ten grondslag liggen, door R. de Rooy en anderen wordt besproken in het tijdschrift "Incontri".

Opteert men nog steeds voor een analytische hercodering, maar stoelt men die op autonomie, waar de dominant niet alleen als zodanig fungeert, maar de status krijgt van absolute dominant en alle andere subdominanten overschaduwt en zelfs wegdrukt, dan heeft men te maken met wat aangeduid wordt als

2. precieze vertaling. Anders dan in het voorgaande geval domineert het expressieve vlak van het origineel dusdanig dat in de doeltekst niets anders bestaat. Het gaat hier om de vertaling die sommigen als «interlineair» aanduiden.

De stilistische en syntactische vorm van de brontekst maken zich volledig meester van de doeltekst, waarbij de constructieregels van de ontvangende taal geweld wordt aangedaan door ze in de dwangbuis van de oorspronkelijke taal te snoeren. Dit soort vertaling kan moeilijk als tekst worden beschouwd. Het is eerder een hulpmiddel om toegang te verkrijgen tot het origineel. Een klassiek voorbeeld vormen de tweetalige uitgaven van poëzie, met de tekst van het origineel op de bladzijde tegenover de vertaling, die niet als zodanig leesbaar is, maar uitsluitend bruikbaar als een "verklarende annotatie" van de brontekst.
Als wij van de analytische hercodering overstappen op synthetische hercodering, die dus wél gebaseerd is op het expressieve vlak, maar gericht is op synthese, dat wil zeggen op het product van het vertalen, dat tevens de projectie vormt van de tekst op een potentiële, door de vertaler gepostuleerde lezer, dan hebben wij een eerste geval van een vertaling die gebaseerd is op de dominant van de brontekst:

3. de microstilistische vertaling. Voornaamste doel van dit soort vertaling is een poging om de afzonderlijke expressieve kunstgrepen van de auteur te doen herleven. Daarom horen tot deze categorie de pogingen tot exotisering (behoud van de realia die de lezer herinneren aan de culturele afstand van de brontekst), tot lokalisatie (wijziging van de realia en vervanging ervan door soortgelijke realia van de ontvangende cultuur, zodat de culturele afstand tot de brontekst wordt uitgewist) en van vertaling door middel van tropen (poging om de afzonderlijke stijlfiguren van de brontekst te reproduceren).

De reden waarom dit soort vertaling «microstilistisch» wordt genoemd, is gelegen in het feit dat de vertaalstrategie gebaseerd is op reproductie, maar niet op reproductie van de formele stijl van het origineel in zijn totaliteit, maar van afzonderlijke stijlelementen, met bijzondere aandacht voor hun potentiële receptie door de model-lezer van de doeltekst.

Het laatste geval van hercodering is dat van de autonome synthetische hercodering, die hercodering namelijk waarin de dominant van de brontekst in de doeltekst wordt tot absolute dominant, die geen ruimte overlaat voor alle andere elementen (subdominanten en secundaire elementen). Torop definieert die als

4. citationele vertaling. In dit soort vertaling wordt de doelstelling van formele reproductie van het expressieve vlak zo letterlijk opgevat dat alleen de formele beperkingen (van grammaticale en syntactische aard) de vertaler verhinderen het origineel te "kopiëren": de lexicale precisie is de absolute dominant.

Het verschil tussen de precieze vertaling en de citationele is gelegen in het feit dat de eerste interlineair is, en daardoor niet is onderworpen aan enige syntactische regel van de ontvangende taal, terwijl de tweede een lexicale precisie heeft die echter wel rekening houdt met de formele beperkingen die de ontvangende taal oplegt. Daarom is de precieze vertaling analytisch van aard (brontekst-gericht), terwijl de citationele vertaling synthetisch is (meer aandacht heeft voor de mogelijke lezingen). Soms wordt dit type vertaling aangeduid als «letterlijk», maar naar onze mening is deze term, zoals we in een van de volgende lessen zullen zien, te vaag en tweeslachtig om te kunnen worden gebruikt in de context van een wetenschappelijke classificatie.

Wij hebben tot nu toe gekeken naar de vier typen van vertaling-hercodering. In de volgende les zullen wij stilstaan bij de vier andere typen van passende vertaling die vallen onder de subgroep vertaling-transpositie.

 

Bibliografie

HJELMSLEV L. I fondamenti della teoria del linguaggio. A cura di Giulio C. Lepschy. Torino, Einaudi, 1975. Oorspronkelijke editie: Omkring Sprogteoriens Grundlæggelse, København, Festskrift udg. af Københavns Universitet, 1943. In het Engels is van de auteur o.a. beschikbaar: Résumé of a Theory of Language, vert. door F. Whitfield, in "Travaux du Cercle Linguistique de Copenhague", vol. XVI (1975), alsmede Prolegomena to a Theory of Language, vert. door F. Whitfield, Madison, The University of Wisconsin Press, 1961.

NABÓKOV V. Foreword. In Eugene Onegin, van Aleksandr Pushkin, uitgeg. door Vladimir Nabókov, 4 vol., Princeton, Princeton University Press, 1975. ISBN 0-691-01905-3.

R. DE ROOY, R. SPEELMAN, F. VAN DOOREN, Recensies van Dante-vertalingen, in "Incontri" 16 (29001), nr. 3-4. (Nederlandstalig) ISSN 0169-3379.

TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4. Oorspr. titel Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.


1 Nabókov 1975, p. ix.



OP HET NET
(Engels)
TOROP P.


 



HomeTerugVooruit