Logos Multilingual Portal

23. Het vertaalproces - Deel Vijf

HomeTerugVooruit


Ook hier laten wij nog even het schema van de acht soorten vertalingen uit de vorige lessen zien, in licht gewijzigde vorm, met daarbij de nummers die overeenkomen met de beschrijvingen van elk type. De eerste waterscheiding werd gevormd door het verschil tussen hercodering en transpositie, een verschil dat, zoals wij al zeiden, de overdracht van het expressieve vlak (hercodering) onderscheidt van die van het inhoudelijk vlak (transpositie). Nadat wij in de vorige les de vier soorten vertaling-hercodering hebben bestudeerd, zullen wij ons in deze les bezighouden met de vertaling-transpositie.

passende vertaling

hercodering

transpositie

analyse

synthese

analyse

synthese

dominant

autonomie

dominant

autonomie

dominant

autonomie

dominant

autonomie

macrostilistisch

precies

microstilistisch

citationeel

thematisch

descriptief

expressief

vrij

1

2

3

4

5

6

7

8

Van deze grote subgroep maken alle soorten vertalingen deel uit waarbij de inhoud op het eerste plan staat, en de vorm daaraan ondergeschikt blijft. Het eerste type waarmee wij ons zullen bezighouden, is de analytische transpositie in functie van de dominant, het type dat Torop definieert als

5. thematische vertaling. Het expressieve vlak (zie les 21) wordt in dit geval ondergeschikt gemaakt aan het inhoudelijke vlak. De vorm wordt hierbij opgeofferd aan het begrip van de inhoud. De vertaler past dit procédé toe om de receptie van de inhoud door de lezer te vergemakkelijken.
Pas echter op: het wordt de lezer gemakkelijker gemaakt om toegang te verkrijgen tot de inhoud van het origineel, maar elke mogelijkheid om door te dringen tot de vorm ervan wordt onmogelijk. Daarom mogen wij niet generaliseren en zeggen dat dit soort vertaling "dichter bij de lezer staat". Het gaat hier om een vereenvoudigde versie, die daardoor niet alle formele kenmerken van het origineel bezit. De receptie van de semantische inhoud wordt vooral vereenvoudigd door te kiezen voor eenvoudiger vormen. Als het origineel bijvoorbeeld een gedicht is met een metrisch schema en een zeer precies ritme en rijmschema, dan kan een thematische vertaling ervan er één zijn waarin gebruik gemaakt is van vrije verzen , waardoor alle formele schema's komen te vervallen.

Als wij ons schema volgen, is de volgende mogelijkheid de autonome analytische transpositie, dat wil zeggen een analytische transpositie waarin aan de dominant (in dit geval: aan de inhoud) absolute waarde wordt toegekend, waarbij de vorm volledig wordt verwaarloosd. Torop noemt dit de

6. descriptieve vertaling. Zoals in alle gevallen van autonome vertaling wordt de nadruk op de dominant tot het uiterste gedreven, en de mogelijkheid om het werk in zijn totaliteit te vertalen rationeel van de hand gewezen. Dit is een soort vertaling dat minder zeldzaam is dan men misschien zou veronderstellen: in sommige culturen wordt er veelvuldig gebruik van gemaakt.

Voorbeelden van dit soort vertaling vindt men wanneer een poëtische tekst (in verzen) wordt omgezet in een doeltekst in proza. De houding die reeds aanwezig was in de thematische vertaling (overgang van rijm naar vers libre) wordt hier tot in het extreme doorgevoerd (overgang van vers naar proza).

Wij vervolgen nu met de synthetische transpositie gebaseerd op de dominant, die waarin het accent wordt verlegd van het origineel (analyse) naar de doeltekst (synthese), maar waar de dominant van de transpositie (dat wil zeggen, het inhoudelijk vlak) op niet-absolute wijze wordt weergegeven, en onder haar oppervlak de andere vlakken laat doorschemeren. Het is de zogenaamde

7. expressieve (of receptieve) vertaling. Dit type vertaling komen wij telkens tegen wanneer de vertaler de bedoeling heeft de expressiviteit van het origineel als dominant van de doeltekst te laten fungeren. Er wordt uitgegaan van een veronderstelde reactie van de model-lezer van het origineel en, rekening houdend met deze hypothetische reactie, wordt een tekst vervaardigd die (althans in theorie) als doel heeft in die model-lezer van de doeltekst een soortgelijke reactie te bewerkstelligen. Deze theorie wordt wel «dynamische equivalentie» genoemd en heeft als een van haar belangrijkste voorvechters Eugene Nida.

Laten wij tenslotte naar het laatste type vertaling kijken: de autonome synthetische transpositie. Hierbij gaat het om vrije interpretatie van de inhoud van het origineel in een vorm die naar eigen goeddunken door de vertaler is gekozen. Dit type wordt

8. vrije vertaling genoemd en is in het schema van Torop die tekst die zo ver mogelijk van het origineel afstaat. Het gaat hier niet om een echte «vertaling» zoals men gewoonlijk onder dat woord verstaat, maar eerder om een herschrijving of bewerking, van het soort dat meestal wordt omschreven als «vrij naar¿».

Als voorbeeld van dit soort autonome synthetische transpositie kan de Italiaanse vertaling door Aldo Busi van Alice in Wonderland gelden; de auteur "vertaalde" ook onder andere Boccaccio's Decameron op deze wijze in eigentijds Italiaans. De oorspronkelijke Italiaanse versie van deze les gaat wat nader in op Busi's vertaling van Lewis Carroll's boek.

In dit soort vertaling kan de creativiteit van de vertaler het, om zo te zeggen, winnen van die van de auteur. De doeltekst heeft twee vaders, waarvan soms de tweede (de eigenlijke auteur van de doeltekst) belangrijker is dan de eerste (de auteur van de brontekst).

Samenvattend: wij hebben acht theoretische typen van realisatie van een model van vertaalproces leren kennen, die wij hebben onderscheiden op grond van drie fundamentele criteria:

  • hercodering/transpositie, ofte wel het onderscheid tussen de vertaling van het expressieve vlak (hercodering), waarbij de formele elementen op de voorgrond staan, en de vertaling van het inhoudelijke vlak (transpositie).
  • analyse/synthese, dat wil zeggen het verschil tussen het aspect van het vertaalproces dat geconcentreerd is op de lezingen en interpretaties van het origineel door de vertaler (analyse) en de projectie van de potentiële tekst op haar realisatie in de doeltekst (synthese).
  • dominant/autonomie: hier gaat het om het misschien meest complexe onderscheid, omdat het woord «autonomie» zou kunnen doen denken aan iets wat erg losstaat van het origineel. In werkelijkheid houdt de vertaling die op de dominant is gericht ook rekening met de hele hiërarchie van subdominanten, zoals aangegeven in de oorspronkelijke opvatting van Jakobsón, terwijl de vertaling die Torop «autonoom» noemt, berust op een tot het uiterste doorgevoerde opvatting van het idee van de dominant: de dominant wordt tot de allesbeheersende dimensie van de tekst, die naar eigen goeddunken van de vertaler wordt gemanipuleerd om dat overheersende element op te blazen.

 

Bibliografie

CARROLL L. Alice in Wonderland. London, Dent, 1954. ISBN 0-460-05029-X.

CARROLL L. Alice nel paese delle meraviglie. Door Aldo Busi. Milano, Mondadori, 1991. ISBN 88-04-34864-X.

HJELMSLEV L. I fondamenti della teoria del linguaggio. A cura di Giulio C. Lepschy. Torino, Einaudi, 1975. Oorspronkelijke editie: Omkring Sprogteoriens Grundlæggelse, København, Festskrift udg. af Københavns Universitet, 1943. In het Engels is van de auteur o.a. beschikbaar: Résumé of a Theory of Language, vert. door F. Whitfield, in "Travaux du Cercle Linguistique de Copenhague", vol. XVI (1975), alsmede Prolegomena to a Theory of Language, vert. door F. Whitfield, Madison, The University of Wisconsin Press, 1961.

NIDA E. A., TABER C. The Theory and Practice of Translation. Leiden 1969.

TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4. Oorspr. titel Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.


1 Nida, Taber



 



HomeTerugVooruit