In de vorige les hebben wij gezien hoe Lotman zich voorstelde dat het geheel van teksten en talen zich als één systeem in voortdurende interactie bevindt, en hoe hij aan dit systeem de naam «semiosfeer» gaf. Een van de wezenlijke eigenschappen van dit systeem is zijn begrenzing: de semiosfeer grenst namelijk aan de omringende ruimte, die extrasemiotisch kan zijn (een ruimte waarin geen processen van betekenisverlening optreden, zoals een natuurlijke ruimte) of heterosemiotisch (dat wil zeggen dat die tot een ander semiotisch systeem behoort, zoals bijvoorbeeld een muzikale tekst ten opzichte van een werk uit de schilderkunst) 1 .
Zoals ook in de geografische wereld voorkomt, is het juist het begrip «grens» dat het begrip «vertaling» met zich meebrengt. Waar geen grenzen bestaan, zijn immers geen vertalingen nodig:
[...] de semiotische grens is de som van de tweetalige "vertaalfilters", waardoor de tekst wordt vertaald van de ene in (de) andere taal of talen die zich buiten een bepaalde semiosfeer bevinden. Het "afgesloten" karakter van de semiosfeer komt tot uiting in het feit dat de semiosfeer niet in contact kan treden met heterosemiotische teksten noch met verschijnselen van niet-tekstuele aard. Om vanuit de semiosfeer gezien realiteit te worden is het noodzakelijk dat die uitingen worden vertaald in een van de talen van de innerlijke ruimte van de semiosfeer, dat wil zeggen dat de feiten gesemiotiseerd worden. Om die reden kunnen de grenspunten van de semiosfeer worden vergeleken met de zintuiglijke receptoren die de externe prikkels omzetten in de taal van ons zenuwstelsel, of met blokken vertaling die een wereld die een semiotische sfeer vreemd is aanpassen aan die sfeer 2.
|
De semiosfeer, die als meer of minder omvangrijk kan worden gezien al naar gelang men haar binnen- en buitengrenzen vaststelt, is een gigantisch vertaalorganisme. Vertaling vormt de basis van het bestaan van de betekenis en van de cultuur:
De functie van elke grens en elk membraan - van dat van een levende cel tot de biosfeer, die (volgens Vernadskij) onze planeet bedekt, en tot de grens van de semiosfeer - is de beperking van penetratie, het filteren en het aanpassen van de externe aan de interne wereld. Op verschillende niveaus wordt deze functie, die altijd dezelfde is, op verschillende manieren uitgevoerd. Op het niveau van de semiosfeer betekent dit dat het eigene wordt onderscheiden van wat van een ander is, dat externe communicatie wordt gefilterd en vertaald in de eigen taal van de semiosfeer, en dat op dezelfde wijze externe non-communicatie wordt getransformeerd tot communicatie, oftewel, alles wat van buiten komt wordt gesemiotiseerd en getransformeerd tot informatie.
|
Vanuit dit gezichtspunt behoren alle vertaalmechanismen die in dienst staan van de contacten met de buitenwereld tot de structuur van de semiosfeer 3.
Volgens de theorie van Lotman bestaat er een complexe hiërarchie van systemen die lopen van het minimale niveau van de communicatie tussen linker- en rechterhersenhelft van het individu (zie de hoofdstukken van deze cursus over Jakobsón), tot het hoogste niveau van het hele universum; De semiosfeer bestaat uit deze systemen tezamen, die het (culturele) leven van het universum vormen, juist door hun onderlinge verschillen, die voortdurende wederzijdse invloeden en interacties genereren.
De overdracht van informatie over deze grenzen, het spel van verschillende structuren en substructuren, en de ononderbroken directe semiotische "inbraken" van deze of gene structuur in "andermans territorium" geven vorm aan de betekenis, aan de geboorte van nieuwe informatie 4.
|
Met andere woorden, de vertaling vormt de basis van het ontstaan van de betekenis. Wat binnen een systeem bestaat (een feit, een verschijnsel, een gebeurtenis), blijft - zolang het niet wordt beschreven - iets wat buiten de semiosfeer staat, wat zich in de extrasemiotische wereld bevindt. Deze gedachte sluit aan op wat wij eerder in deze cursus opmerkten over de relatie tussen de gedachte (mentaal materiaal) en het onder woorden brengen ervan (vertaling in verbaal materiaal).
Net zo als een gedachte zonder verbale beschrijving een extrasemiotisch verschijnsel blijft, en voor geen enkel systeem buiten de psyche van het individu betekenis heeft totdat ze verwoord wordt, zo wordt op overeenkomstige wijze een extern, extrapsychisch verschijnsel (bijvoorbeeld de aanwezigheid van een eik op een grasveld) een feit zonder bestaan in de semiosfeer totdat het wordt vertaald, en blijft het vanuit een semiotisch gezichtspunt iets van een ander totdat de wereld van de semiotiek het zich toeëigent.
Als op alle grasvelden een eik stond, als er in de hele wereld grasvelden waren enzovoorts, als, anders gezegd, het entropieniveau in de semiosfeer nul was, dan zou de semiotische wereld een dode zijn.
De structurele heterogeniteit van de semiotische ruimte vormt reserves van dynamische processen en is een van de mechanismen waarmee nieuwe informatie binnen de sfeer wordt verwerkt 5.
|
In deze optiek valt nieuw licht op het begrip vertaalbaarheid. Het verschil tussen systemen is niet langer het belangrijkste probleem van de vertaler. De aanwezigheid van dit verschil garandeert juist dat de wereld van de cultuur levend is en blijft. Het vertaalresidu is niet langer een vervelende last waar de vertaler door wordt gehinderd. Dat het nooit mogelijk is om alles te vertalen, garandeert dat de verschillen altijd zullen blijven bestaan, net zoals het garandeert dat het culturele leven zal blijven voortduren.
De vertaler wordt aldus tot een instrument van het leven in de semiosfeer. Vertaalbaarheid is een relatief begrip, maar een minimale vertaalbaarheid wordt gegarandeerd door de aangrenzendheid van verschillende systemen, of verschillende semiosferen, binnen het universum.
In de volgende les zullen wij ingaan op het begrip vertaalbaarheid in het werk van een van de grondleggers van de semiotiek, Charles S. Peirce.
Bibliografie
LOTMAN JU. O semiosfere.Izbrannye stat´i v trëh tomah. vol. 1. Stat´i po semiotike i tipologii kul´tury p. 11-24. Tallinn, Al?ksandra, 1992. ISBN 5-450-01551-8. Italiaanse vertaling:
LOTMAN JU. La semiosfera. L'asimmetria e il dialogo nelle strutture pensanti. Uitgegeven door Simonetta Salvestroni. Venezia, Marsilio, 1985. ISBN 88-317-4703-7.
1 Lotman 1992, p. 13.
2 Lotman 1992, p. 13. Cursivering van B. Osimo.
3 Lotman 1992, p. 14. Cursivering van B. Osimo.
4 Lotman 1992, p. 17.
5 Lotman 1992, p. 16.
|
|