Logos Multilingual Portal

30. Peirce en de vertaalbaarheid

HomeTerugVooruit


Charles Sanders Peirce (1839-1914) was een geleerde die nooit een vaste leerstoel aan een universiteit heeft mogen aanvaarden, maar desondanks vele duizenden pagina´s wetenschappelijk werk op zijn naam heeft staan en die mag gelden als de vader van een van de twee grote scholen in de semiotiek. De andere, de structuralistische, gaat terug tot De Saussure. Bijna alle werken van Pierce zijn postuum verschenen, reden waarom zijn werk nog grotendeels moet worden ontgonnen.

De Oostenrijkse geleerde Dinda Gorlée heeft veel onderzoek verricht naar de mogelijke toepassingen van de werken van Peirce op de vertaalwetenschap, en heeft de vertaling (de vertaalbaarheid) vanuit het gezichtspunt van de semiotiek van Peirce geanalyseerd. Ook heeft zij de term semiovertaling in het wetenschappelijk taalgebruik geïntroduceerd (semiotranslation).

Volgens Peirce, «is een teken, ook wel representamen genoemd, iets wat staat voor iets anders door een of ander aspect of capaciteit» en wat «zich richt op iemand, met andere woorden, het creëert in de geest van die persoon een equivalent, of misschien een meer ontwikkeld teken» 1. Anders gezegd, er bestaat een driehoek teken-object-interpretant, waarbij men onder «interpretant» dat mentale beeld verstaat dat een teken in ons produceert.

Als ik bijvoorbeeld het woord «kat» lees, dan wekt dit woord in mijn geest iets op, een beeld, een betekenis, een psychisch teken, dat in mijn geest in non-verbale termen het begrip «kat» beschrijft. Dat psychische teken is individueel, subjectief, voor elk van ons verschillend. Enerzijds heeft het psychische teken een relatie met het verbale teken «kat» (het woord), anderzijds heeft het een relatie met het object kat (het dier).

Zoals we reeds hebben aangestipt in de aan de vertaling als mentaal proces gewijde hoofdstukken, bestaat er bij de vertaling geen directe overgang tussen het verbale teken van het origineel en het verbale teken van de vertaling. Elk verbaal teken, en elk geheel van verbale tekens, moet in de eerste plaats in de geest van de vertaler zijn subjectieve psychische teken opwekken, waarmee de vertaler vervolgens een ander verbaal teken, of een combinatie van tekens, projecteert in de taal-cultuur van de vertaling.

Hieruit zou duidelijk moeten blijken dat in de optiek van Pierce elk lezen een subjectieve interpretatie is van de gelezen tekst die met de tijd verandert. Bijgevolg is elke vertaling een subjectieve interpretatie van de vertaalde tekst die eveneens met de tijd verandert.

The translated equivalents (in semiotic terminology, the interpretants) cannot, of course, be more than a guide, the invention of the translator 2.

Het begrip vertaalbaarheid komt aldus in de optiek van Pierce in een heel origineel licht te staan, ook omdat de zin van een vertaalhandeling met de tijd verandert: zij wordt door de linguïstische context geconditioneerd, maar tevens door de culturele en historische context waarin ze ontvangen wordt.

Original works are, and often remain over time, authentic, autonomous, unique, and hence essentially irreplaceable entities. A translation, however, lacks the stability of an original work and becomes ossified as a dated text-sign 3.

Dit ligt niet alleen aan het feit dat elke vertaling een subjectieve interpretatie is die verwijst naar een precieze diachronische context, maar ook aan het feit dat alle tekensystemen het lot hebben dat ze van een toestand van chaos overgaan naar een toestand van orde, van verbeelding naar rationaliteit.

Nothing is ever fixed: all signs and sign-systems move from a more chaotic, surprising, paradoxical, etc. state and go through translation towards a more ordered, predictable, rationalized state [...] Meaning as meant by new translations is destined to remain relative, because the truth can only be reached in the hypothetical long run. New patterns from new translations and from new translators may arise from seemingly nowhere. Instead of eternity, Peircean translations are provided by chance 4.

Wat blijft er nog over van het begrip vertaalbaarheid, na deze premissen? In de eerste plaats is het evident dat alles wat datgene in een vertaler opwekt, wat de semiotica een interpretant noemt, vertaalbaar is. Met andere woorden, elk teken is vertaalbaar. Deze vertaalbaarheid heeft echter een vluchtige waarde, zo zelfs dat het begrip «vertaalbaarheid» geheel overbodig wordt:

It cannot be emphasized enough that translations become obsolete because the general and specific cultural context (such as the parameters of the communicative task of the translator and the expressive functionality of the text, original as well as translated) changes continuously, thereby undermining questions such as translatability vs. untranslatability and fidelity vs. infidelity, and making them wholly redundant 5.

Dit brengt met zich mee dat een vertaling nimmer als "voltooid" mag worden beschouwd en altijd vatbaar is voor verbetering. Wij kunnen dan ook alleen in commerciële zin spreken van een «standaardeditie» of van een «geautoriseerde vertaling»; in de zin van de semiotiek is een vertaling als zodanig provisorisch, en is de uitdrukking «standaard-vertaling» een oximoron6.

De interlinguïstiche vertaling is een dynamische confrontatie van culturen die uiteindelijk de soms onoverkomelijke verschillen tussen die talen en culturen onderstreept en tot een probleem maakt 7.

De vertaalbaarheid wordt daarmee tot een andere wijze van definiëren van de parameter van het verschil tussen twee culturen op een gegeven moment.

In de volgende les zullen wij een begin maken met het bestuderen van de vertaalbaarheid zoals de Estse geleerde Torop, die wij reeds hebben leren kennen, haar ziet.

 

Bibliografie

GORLÉE D. L. Semiotics and the Problem of Translation with Special Reference to the Semiotic of Charles S. Peirce. Alblasserdam, Offsetdrukkerij Kanters, 1993.

LOTMAN JU. O semiosfere.Izbrannye stat´i v trëh tomah. vol. 1. Stat´i po semiotike i tipologii kul´tury p. 11-24. Tallinn, Alåksandra, 1992. ISBN 5-450-01551-8.

LOTMAN JU. La semiosfera. L'asimmetria e il dialogo nelle strutture pensanti [De semiosfeer. Asymmetrie en dialoog in denkende structuren] Uitgegeven door Simonetta Salvestroni. Venezia, Marsilio, 1985. ISBN 88-317-4703-7.


1 Peirce, 2, p. 228.
2 Gorlée 2000, p. 125.
3 Gorlée 2000, p. 127.
4 Gorlée 2000, p. 126.
5 Gorlée 2000, p. 127.
6 Gorlée 2000, p. 128.
7 Gorlée 2000, p. 133.



 



HomeTerugVooruit