Logos Multilingual Portal

32. Torop en de vertaalbaarheid - Deel Twee

HomeTerugVooruit


Aan het eind van de vorige les hebben wij het schema gezien waarin Torop de vertaalbaarheid van de cultuur weergeeft. Wij zullen nu proberen een nader idee te krijgen van wat de zes categorieën en de overeenkomstige vertaalstrategieën betekenen.

De parameter van de taal is gemakkelijk te begrijpen, ook met alleen een beetje intuïtie. Het omvat:

grammaticale categorieën: Er zijn situaties waarin twee talen van elkaar verschillen door de aanwezigheid/afwezigheid van grammaticale categorieën. De moeilijkheden op het gebied van de vertaalbaarheid liggen bijvoorbeeld in het feit dat sommige talen geen lidwoord kennen, waardoor de vertaler die uit zo´n taal moet vertalen in een taal die wel een bepaald en onbepaald lidwoord heeft bij elk zelfstandig naamwoord voor een moeilijke keuze staat: vertalen zonder lidwoord, met een bepaald of met een onbepaald lidwoord? Zo kan ik het Russische woord roza vertalen als: roos, een roos, de roos. Hetzelfde kan worden opgemerkt voor de aanwezigheid-afwezigheid van verbuigingen, voorzetsels, werkwoordstijden en dergelijke.

Realia: Dit zijn woorden die alleen in een bepaalde cultuur bestaan, zoals (tenminste van huis uit) spaghetti in het Italiaans, balalaika in het Russisch, Knödel in het Duits, enz. De vertaler kan hier kiezen voor de eenvoudige transcriptie (of translitteratie als het gaat om woorden uit een ander alfabet) of voor vertaling; in dit laatste geval heeft hij de mogelijkheid om een neologisme te vormen, om realia te vervangen door andere realia, om een benaderende vertaling te geven of één die alleen in de bepaalde context waarin het in de tekst optreedt geldig is1.

Etiquette van de conversatie: Dit is een bijzondere vorm van realia, in die zin dat ze in verschillende culturen impliciet is voor bepaalde typen relaties. Een bijzonder geval vormt de persoon van het werkwoord waarmee men zich richt tot iemand met wie men op vertrouwelijke voet staat: Vertalingen uit het Engels hebben bijvoorbeeld het probleem van de you-vorm, die soms wel en soms geen vertrouwelijke relatie aan kan geven; bovendien komt in sommige talen de beleefdheidsvorm overeen met de tweede persoon meervoud (Frans, Turks) en in andere met de derde persoon enkelvoud (modern Italiaans) of de derde persoon meervoud (Duits), enz. 2

Associaties: Hieronder verstaat men woorden die verwijzen naar bijzondere connotaties die niet altijd kunnen worden opgepakt of omgezet in een andere taal, bijvoorbeeld merken die een gevoel van rijkdom of armoede overdragen, kleuren die naar rouw, liefde, jaloezie, enz. verwijzen.

Wereldbeeld: Dat wil zeggen de graad van expliciteit van een taal. Dit is problematischer. Als men vanuit een taal met een rijker figuratief taalgebruik vertaalt naar een explicietere cultuur, verkrijgt men een tekst die als hermetisch wordt gevoeld. Omgekeerd wordt, wanneer men vanuit een explicietere taal naar een meer figuratief gerichte cultuur vertaalt, het resultaat gezien als redundant.

Het aspect van de discours: Dit hangt samen met het bewustzijn van het specifieke van de vertaalproblemen voor de vaktalen.

In de rechterkolom) worden de diverse mogelijke strategieën opgesomd: van strategieën die ertoe neigen om de vertaalde tekst een vertrouwdere vorm te geven (zoals de nationalisatie) tot die strategieën die neigen tot vermenging van elementen van diverse culturen.

De parameter van de tijd betreft de periode waarmee de cultuur van het origineel in verband staat, de historische tijd van de auteur en die van de vertelde gebeurtenissen. Het meest voorkomende probleem op het vlak van vertaalbaarheid betreft de historische tijd van de auteur, want de vertaler ziet zich hier voor de keuze gesteld om te moderniseren of te trachten de tijdsafstand te behouden (archaïseren), dan wel te proberen een afstand te creëren tussen vertaler en lezer die vergelijkbaar is met die tussen de auteur en zijn tijdgenoten-lezers (historisering). Wanneer de chronologische afstand wordt genegeerd, is er sprake van neutralisatie.

De tijd van de gebeurtenissen wordt een complex probleem wanneer in het origineel verschillende tijdperken voorkomen met elk een eigen taalgebruik2.

De parameter van de ruimte. De sociale ruimte bestaat in het behouden of onderdrukken van het sociolect. Omdat er diverse sociale verschillen bestaan in de diverse culturen, kunnen dialecten, ’slang’, Bargoens soms worden weergegeven door middel van dialecten van de ontvangende cultuur, maar het resultaat is nooit helemaal bevredigend en levert in bepaalde gevallen een omvangrijk vertaalresidu op.

De psychologische ruimte hangt zowel samen met de lezer als met de vertaler. Voor het lezen is het belangrijk de interne eenheid van de tekst te zien, die zowel wordt bereikt door lexicale cohesie, als door het zichtbaar kunnen worden van de tekst. Voor de vertaler is het in sommige gevallen belangrijk dat hij de denkbeeldige wereld van de vertaling waaraan hij werkt voor zijn ogen reconstrueert.

Van de mogelijke strategieën vermelden wij de lokalisatie (gecommentarieerde vertaling, waarin de vertaler toelichting geeft), de visualisering (grafische voorstelling van de situaties), de naturalisatie (aanpassing aan ruimten die de ontvangende lezer vertrouwd zijn), de exotisering (behoud van de specifieke kenmerken van een exotische cultuur) en de neutralisatie (generalisatie van de lokale kenmerken, standaardisatie).

In de volgende les zullen wij de drie volgende parameters van het schema onder de loep nemen: tekst, werk en sociopolitiek stempel.

 

Bibliografie

ECO U. Interpretazione e sovrainterpretazione. Un dibattito con Rochard Rorty, Jonathan Culler e Christine Brooke-Rose [Interpretation and Overinterpretation], uitgegeven door Stefan Collini, Italaanse vert. van Sandra Cavicchioli, Milano, Bompiani, 1995. ISBN 88-452-2459-7

TOROP P. Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.


1 Vlachov , Florin 1980.
2 Torop 1995, p. 76.



 



HomeTerugVooruit