Logos Multilingual Portal

36. Intersemiotische vertaling - Deel Een

HomeTerugVooruit


In verschillende lessen van deze cursus, te beginnen bij les 8, waarin de onderverdeling van de typen vertaling volgens Jakobsón aan de orde kwam, hebben we al gezien dat de vertaling vanuit één tekensysteem (bijvoorbeeld het verbale systeem) in een andere tekensysteem (bijvoorbeeld een non-verbaal systeem) en vice versa helemaal thuishoort in het vakgebied van de vertaalwetenschap. Het feit dat er in dit geval aan het begin of aan het eind van het vertaalproces geen verbale tekst ligt, maakt het niet alleen allerminst tot een proces van secundaire importantie, maar heeft juist implicaties die het van wezenlijk belang maken voor wie het vertaalproces in het algemeen wil beschrijven.

Om deze reden is het zinvol de intersemiotische vertaling niet onbehandeld te laten als een grensgeval dat om onduidelijke redenen door Jakobsón is vermeld in zijn klassiek geworden essay over de linguïstische aspecten van de vertaling — misschien wel de meest geciteerde tekst binnen de vertaalwetenschap —, maar haar te bestuderen als een activiteit die ons in staat stelt het vertaalproces vanuit een nieuw en daarom hoogst interessant gezichtspunt te bezien.

Om dit te kunnen doen moeten we ons begrip ‘tekst’ verruimen. De Italiaanse taal- en literatuurwetenschapper Cesare Segre zegt:

In het gewone taalgebruik belichaamt tekst, een woord dat afstamt van het Lat. TEXTUS ‘weefsel', een metafoor waarin de woorden, die samen een werk vormen vanwege de relaties die ze verbinden, worden gezien als een weefsel. Deze beeldspraak, die vooruitloopt op de opmerkingen over de samenhang van de tekst, verwijst vooral naar de inhoud van de tekst, naar dat wat in een werk geschreven staat1.

Als we deze woorden in ruime zin opvatten en voorbijgaan aan het feit dat erin verwezen wordt naar ‘woorden’ en ‘geschrift’, dan kunnen wij het begrip tekst uitbreiden tot elk willekeurig werk, ook tot een muziekstuk, een schilderij, een film enzovoorts. Ook in deze laatste gevallen vormt het werk namelijk een coherent weefsel, "een systeem van structuren die op verschillende niveaus met elkaar samenhangen, zodat elk element een waarde verkrijgt in relatie tot het andere"2.

Ook Steiner is het ermee eens dat de intersemiotische vertaling moet worden betrokken bij de vertaalwetenschap in ruimere zin:

A "theory" of translation, a "theory" of semantic transfer, must mean one of two things. It is either an intentionally sharpened, hermeneutically oriented way of the totality of semantic communication (including Jakobson's intersemiotic translation or "transmutation"). Or it is a subsection of such a model with specific reference to interlingual exchanges, to the emission and reception of significant messages between different languages. [...] The "totalizing" designation is the more instructive because it argues the fact that all procedures of expressive articulation and interpretative reception are translational, whether intra- or interlingually3.

We zullen nu proberen aan te tonen dat het methodologisch nuttig is de intersemiotische vertaling te betrekken bij onze poging om het vertaalproces te beschrijven.

In de eerste plaats willen we duidelijk stellen dat er een aantal verschillen bestaan tussen de verbale talen, die discreet van aard zijn, en de beeldtalen (zoals bijvoorbeeld schilderkunst en beeldende kunsten in het algemeen), die continu van aard zijn4 Wat bedoelen we hiermee? Dat het in de discrete talen mogelijk is één teken van een ander te onderscheiden, terwijl in continue talen de tekst niet kan worden onderverdeeld in discrete tekens. Als een schilderij een boom uitbeeldt, is deze non-verbale tekst niet gemakkelijk in afzonderlijke tekens onder te verdelen.

Lotman heeft dat helder uitgelegd:

De onmogelijkheid van een precieze vertaling van de teksten vanuit discrete talen naar niet discrete/continue talen en omgekeerd is te wijten aan hun structuur, waarin ze principieel van elkaar verschillen: in de discrete taalsystemen is de tekst secundair ten opzichte van het teken, dat wil zeggen dat hij in afzonderlijke tekens kan worden verdeeld. Het levert daarbij geen problemen op het teken te onderscheiden als initiële elementaire eenheid. In de continue talen is de tekst primair en kan niet in tekens worden onderverdeeld, maar is zelf een teken, oftewel gelijkvormig met een teken5

We hebben al vaker in deze cursus opgemerkt dat een communicatieve daad van wat voor type ook, met inbegrip van elke willekeurige vorm van een vertaalproces, nooit volledig is: er blijft altijd een residu, een deel van de boodschap dat niet op zijn bestemming aankomt.

In de volgende les zullen we zien wat dat met zich meebrengt voor de intersemiotische vertaling.

 

Bibliografie

LOTMAN JU. Izbrannye stat´i v trëh tomah. vol. 1. Stat´i po semiotike i tipologii kul´tury. Tallinn, Aleksandra, 1992. ISBN 5-450-01551-8.

MARCHESE, A. Dizionario di retorica e di stilistica. [Woordenboek van de retoriek en stilistiek] Milano, Mondadori, 1991. ISBN 88-04-14664-8.

SEGRE C. Avviamento all'analisi del testo letterario. [Inleiding tot de analyse van de literaire tekst] Torino, Einaudi, 1985. ISBN 88-06-58735-8.

STEINER G. After Babel. Aspects of Language and Translation. Oxford, Oxford University Press, 1992.

TOROP P. La traduzione totale. Uitgegeven door B. Osimo. Modena, Logos-Guaraldi, 2000. ISBN 88-8049-195-4. Oorspr. titel Total´nyj perevod [De totale vertaling]. Tartu, Tartu Ülikooli Kirjastus [Publicaties van de Universiteit van Tartu], 1995. ISBN 9985-56-122-8.


1 Segre 1985, p. 28-29.
2 Marchese 1991, p. 323.
3 Steiner 1992, p. 293-294.
4 Torop 2000, p. 134-135.
5 Lotman 1992, p. 38.



 



HomeTerugVooruit