"Langzamerhand zul je steeds meer in staat zijn te begrijpen waar die spinsels van de vertaler vandaan komen"1.
De redenen waarom een tekst is geschreven vormen een uiterst nuttig element om stil te staan bij de analyse van een tekst die men in een andere taal wil vertalen. Het is echter niet gezegd, dat de redenen die de schrijver hebben bewogen om zijn tekst te scheppen samenvallen met de redenen die de uitgever of initiatiefnemer van de vertaling heeft gehad. Zo kan het voorkomen dat een gedicht dat is geïnspireerd door de liefde voor een man of een vrouw vertaald wordt, omdat het gedicht na zijn oorspronkelijke functie te hebben verloren nu als kunstwerk interessant is. Anderzijds spreekt het vanzelf dat de gebruiksaanwijzing voor een brommerhelm met hetzelfde doel wordt geschreven en vertaald: namelijk om te voorkomen dat een bromfietser bij een ongeval hersenletsel oploopt.
Ook de functie van de tekst is een zeer belangrijk element. Ze bepaalt de vertaalwetenschappelijke analyse en werpt licht op de vertaalstrategieën die kunnen worden toegepast. Ook in dit geval is het noodzakelijk de functie van het origineel in zijn cultuur te onderscheiden van de mogelijke functies van de vertaling in de ontvangende cultuur.
Sommige functies kunnen zeldzame gevallen in hun soort vormen, maar andere komen zo vaak voor dat ze tekstcategorieën zijn gaan vormen2. Bij het classificeren van de soorten tekst zijn er diverse mogelijkheden. Zonder deze hier te willen onderverdelen in nauwkeurig onderscheiden en uitgesplitste categorieën als "hoofdartikelen in kranten", "voorschriften voor de reizigers in het openbaar vervoer", "aanbestedingsprocedures" en "museumcatalogi", kunnen we toch een paar hoofdcategorieën isoleren, waarbinnen we weer kleinere kernen kunnen afbakenen.
Eén verschil dat we kunnen hanteren is dat tussen "informatieve" en "expressieve" teksten. Informatieve teksten zijn van louter beschrijvende aard en hebben vrij nauwkeurig gedefinieerde objecten uit de buitenwereld als onderwerp. De benaming "expressief" geven we aan teksten die, onafhankelijk van hun informatief potentieel, gekenmerkt worden door een nadruk op de formele eigenschappen (men denke hier aan de tweedeling van Hjelmslev tussen inhoudelijk en expressief vlak) en door de wijze waarop de uiting plaatsvindt.
Een onderscheid dat hier sterk aan doet denken is dat tussen gesloten of objectieve en open of associatieve teksten. Een (informatieve) tekst is meer gesloten naarmate de interpretatieve mogelijkheden beperkter zijn, terwijl hij open (expressief) is wanneer hij kan leiden tot polysemie, tot dubbelzinnigheid, tot een potentieel onbeperkte semiose.
Nord spreekt ook over de literaire tekst, die ze definieert in cultuurspecifieke termen als tekst die niet zozeer de werkelijkheid wil beschrijven, als wel beoogt een persoonlijke visie op de werkelijkheid te motiveren door een fictieve, alternatieve wereld te beschrijven3. Uiteraard wordt bij gebrek aan objectieve, universele maatstaven om een literaire van een niet-literaire tekst te onderscheiden, verwezen naar een bepaalde cultuur waarbinnen auteurs en lezers het onderling eens zijn dat bepaalde werken als "literair" of "niet-literair" kunnen worden beschouwd. Door deze cultuurgebondenheid van het begrip "literair"is het helemaal niet zeker of de "literaire" functie die door een tekst wordt vervuld in de cultuur die hem heeft voortgebracht overeenkomt me de functie in de doelcultuur, de ontvangende cultuur.
Zo kan het voorkomen dat een in de broncultuur literaire tekst in de doelcultuur tot een informatieve tekst wordt, bijvoorbeeld omdat de doelcultuur geen esthetische achtergrond heeft die in staat is de literaire aard van het werk te onderkennen, terwijl de informatieve inhoud van de tekst, die in de zendende cultuur van weinig belang is, in de onvangende cultuur juist als interessant wordt gezien.
Maar ook het begrip "vertaling" is een cultuurgebonden begrip. We moeten daardoor alles wat we over de vertaling zeggen, ook al zien we de normen niet als opgelegde voorschriften maar als simpele generaliseringen van voorkomende verschijnselen, opvatten als waren er de woorden "in onze cultuur" aan toegevoegd. We beschouwen die immers, net als alle elementen die in een cultuur als vanzelfsprekend worden aangenomen, als geïmpliceerd. Nord stelt dat in onze cultuur de twee doelstellingen van een interlinguale vertaling van een tekst (ten eerste) de functionaliteit van de doeltekst en (ten tweede) het behoud van de intenties van de auteur van de brontekst zijn. Daarom moet volgens haar de vertaler van geval tot geval bezien welke functies van de brontekst verenigbaar zijn met de doelcultuur en trachten die te activeren en te plaatsen in een hiërarchische volgorde van belang.
De vertaling die het meest voldoet aan de eis dat de intenties van de auteur van de brontekst behouden blijven, wordt door Nord "documentair" genoemd. Dit is de vertaling waarvan een nadere, meer gedetailleerde vertaalwetenschappelijke analyse nodig is. De vertaling die ertoe neigt de functionaliteit van de doeltekst in de doelcultuur te garanderen, noemt Nord "instrumenteel". Het is belangrijk om even stil te staan bij deze twee benaderingen en de subtypen van de doeltekst die ze genereren, omdat de opmerkingen over het soort doeltekst weer gevolgen zullen hebben voor de vertaalkundige analyse.
Bij de documentaire vertaling is de lezer van de doeltekst er zich bijna altijd van bewust dat hij te maken heeft met een communicatieproces dat zich onder zijn ogen volstrekt. Met andere woorden, hij beseft dat hij te maken heeft met een tekst die speciaal is vertaald, opdat hij daar gebruik van kan maken.
Nord onderscheidt vier typen documentaire vertaling. Hun verschil is gelegen in de nadruk (focalisering) die op de verschillende aspecten van de brontekst komt te liggen: woord-voor-woord-vertaling, literaire vertaling, filologische vertaling en esthetiserende vertaling. Bij de eerste ligt de nadruk op de morfologische, lexicale en syntactische structuur van de brontekst, die in de doeltekst wordt gereproduceerd zonder rekening te houden met zijn tekstuele samenhang. De woord-voor-woord-vertalingen zijn dan ook nauwelijks leesbaar, vooral als de beide talen sterk verschillen in syntaxis. De andere subtypen van de documentaire vertaling zijn minder extreem, maar vertonen alle de neiging zich weinig te bekommeren om de functionaliteit en aanvaardbaarheid van de tekst voor de lezer. De exotiserende vertaling wordt zo genoemd omdat ze ertoe neigt de realia en andere kenmerken van de broncultuur te bewaren, wat op de lezer een exotische uitwerking heeft.
Aan de andere kant neigt de instrumentele vertaling ertoe te verdoezelen dat ze een vertaling is, daar de lezer van de doeltekst een autonome tekst met een precieze functie in de doelcultuur krijgt voorgeschoteld, een tekst die geen enkele duidelijk uitgedragen relatie met een brontekst heeft, waarvan de lezer van de doeltekst het bestaan niet hoeft te kennen. Vorm, filologische presentatie en historisch geheugen van de tekst worden opgeofferd in naam van de communiceerbaarheid, van de praktische functionaliteit van de tekst in de ontvangende cultuur. Bij dit type onderscheidt Nord drie subtypen: bij het eerste blijft de functie van de brontekst intact; dat geldt bijvoorbeeld voor gebruiksaanwijzingen en handelscorrespondentie. Bij het tweede subtype wordt de functie gewijzigd om de tekst aan te passen aan de ontvangende cultuur. Dat geldt bijvoorbeeld voor Gulliver's Travels, dat is geschreven als politiek pamflet en in vele talen vertaald als ware het een kinderboek. Bij het derde subtype streeft men ernaar met de vertaling een soortgelijk effect in de cultuur te bewerkstelligen als het origineel heeft beoogd; dit is de homologe vertaling. Nord geeft als voorbeeld van dit soort vertaling die van poëzie.
Bibliografische verwijzingen:
CALVINO I. Se una notte d'inverno un viaggiatore, Torino, Einaudi, 1979 (Nederlandse uitgave: Als op een winternacht een reiziger, vert. door H. Vlot, Amsterdam, Bert Bakker 1982).
NORD C. Text Analysis in Translation. Theory, Methodology, and Didactic Application of a Model for Translation-Oriented Text Analysis, uit het Duits vertaald door C. Nord en P. Sparrow, Amsterdam, Rodopi, 1991, ISBN 90-5183-311-3
1 Calvino 1979, p. 159 (Calvino 1982, p. 129).
2 Nord 1991, p. 70.
3 Nord 1991, p. 71.