"Mir die Buchstaben beizubringen, dazu hatte die Mutter schon gar keine Geduld. Sie warf ihre Prinzipien über den Haufen und ich behielt das Buch."1
"Mijn moeder zou nooit genoeg geduld hebben gehad om me de letters van het alfabet te leren. Zo gooide zij haar opvoedkundige principes in de prullenbak en hield ik het boek".
Wij kijken nog even naar de intralinguïstische ondertiteling als fysiek hulpmiddel. In de loop van de tijd zijn technieken ontwikkeld om de supersegmentale kenmerken, of tenminste enige ervan, grafisch weer te geven. De Linde en Kay (1999) geven hier enkele voorbeelden van.
Een van de niet hoorbare supersegmentale kenmerken is aarzeling, de pauze waarmee de spreker verraadt dat hij opnieuw nadenkt over wat hij zegt. In deze gevallen worden puntjes voor en na de pauze geplaatst en ook bij het begin van een nieuwe zin, zonder dat er een andere reden voor is dan het uitdrukken van die aarzeling.:
Nee...
...Maar ik vind het niet vervelend. (1999: 13)
Met deze kunstgreep wordt een expressieve nuance aangebracht die overeenkomt met aarzelingen die door tussenwerpsels als eh, hmm, tja enzovoorts worden geuit.
Een ander element dat doven niet kunnen waarnemen is de toon van de stem. Om deze reden zijn andere grafische hulpmiddelen bedacht, waaraan de kijker steun kan hebben naast de gelaatsuitdrukking van de acteurs, die veelzeggende kunnen zijn. Zo is in de ondertitel:
Nee, nee. Je bent niet te laat (!) (1999: 13)
Een toon van levendige, nadrukkelijke uitroep waarneembaar, terwijl in het volgende voorbeeld:
Nee, nee. Je bent niet te laat (?)
duidelijke ironie waarneembaar is bij de spreker, die waarschijnlijk zijn gesprekspartner in het ootje neemt en precies het tegenovergestelde van de denotatieve betekenis van de woorden wil uitdrukken. Hier valt op dat de interpunctie zich tussen haakjes bevindt, dit om haar te onderscheiden van de gebruikelijke interpunctie, die met haar gewone waarde wordt gebruikt.
Voor wat accenten en bijzondere uitspraak betreft, kan men in bepaalde gevallen een bijzondere spelling gebruiken die een van de standaarduitspraak afwijkende spreekwijze kan suggereren. In het Amerikaanse Engels vinden we voorbeelden van vormen die ook in gedrukte teksten vaak worden gebruikt. Zo wordt gonna in plaats van going to, wanna voor want to, ain’t voor isn’t gebruikt, enzovoorts. Wanneer de schrijfwijze niet kan helpen, kunnen metalinguïstische ingrepen in de ondertiteling hulp bieden, zoals in het volgende voorbeeld:
AMERICAN ACCENT:
TV is a medium because it is neither rare nor well done. (ibidem)
Deze woordspeling zou moeilijk een andere uitingsvorm hebben kunnen krijgen dan die met een Amerikaans accent. Ze is gebaseerd op de dubbelzinnigheid van drie betekenissen: medium, rare en well done zijn de drie gradaties van doorbakkenheid van biefstukken die de Amerikanen kennen. Tegelijkertijd is medium ook het enkelvoud van media, hier in de zin van ‘massa media’, betekent rare ook zeldzaam en well done natuurlijk ook "mooi gedaan".
Woordspelingen zijn een ander problematisch terrein voor vertalers van ondertitels. Vooral homofonen leveren hier moeilijkheden. De Linde en Kay geven het volgende voorbeeld uit de bekende film Pulp Fiction van Quentin Tarantino:
Three tomatoes are walking down the street. Papa, mama and baby tomato. Baby tomato starts lagging behind. Papa tomato gets really angry... goes back and squishes him. Says "Ketchup".
Hier is de moeilijkheid erin gelegen de woordspeling te vatten tussen Catch up (loop door) en Ketchup (waarop gezinspeeld wordt in de verwijzing naar de tomatenfamilie). De keuze van de vertaler is in dit geval geweest de spelling van het in deze context minst waarschijnlijke woord (ketchup) te hanteren, in de hoop dat de toeschouwer de associatie oppakt met de in dit geval meest voor de hand liggende zin (met de spelling ‘catch up’).
Nog een element dat doven niet waarnemen en waarvoor ze bovendien geen aanwijzingen ontvangen, vormen geluiden die worden voortgebracht door bronnen die zich buiten het beeld bevinden. In geval van een ijselijke gil is een veel gebruikte methode die om door middel van woorden te verduidelijken wat er in de soundtrack te horen valt:
IJSELIJKE GIL
Hier dient de hoofdletter ertoe om een idee te geven van de intensiteit van het geluid. Ook al zal die op de toeschouwer niet dezelfde uitwerking hebben als het horen van de eigenlijke gil, toch zal hij zich zodanig in de handeling kunnen verplaatsen dat hij de gang van zaken kan volgen alsof hij die reëel had waargenomen.
De muziek wordt in films aangeduid met een verbale uitleg die aangeeft wat voor muziek er klinkt, zodat de toeschouwer tenminste bij benadering op weg wordt geholpen. Gaat het om een gezongen tekst, dan wordt het teken # (of ook wel ♪) voor de tekst geplaatst, zodat degene die dit gebruikte teken kent, weet dat de tekst wordt gezongen.
Terwijl de ondertitels het voordeel hebben dat ze de brontekst niet vervangen, maar aanvullen of ondersteunen, hebben ze wel het nadeel dat ze een intersemiotische receptie die gebruik maakt van de kanalen van de visuele waarneming van beelden en het horen van klanken omzetten in een intersemiotische receptie die, in het geval van niet gehoorgestoorden, nog rijker wordt, doordat ze het gehoor, de visuele waarneming van beelden en die van een verbale tekst met zich meebrengt. De Linde en Kay wijzen op een probleem dat ook essentieel is bij nasynchronisatie:
Ondertitels worden aangevuld met orale, visuele en auditieve informatie. Anders dan deze vormen zijn de ondertitels niet ontwikkeld op het moment van productie van de film. Het zijn op zijn best latere toevoegingen die aansluiting moeten vinden bij de audiovisuele gedaante van de oorspronkelijke film. Wanneer de mondelinge dialoog wordt vervangen door een [geschreven] tekst, dan is de totale structuur van het verhaal van de film daarmee veranderd (1999: 17).
Deze overweging over het later toevoegen van elementen die de eigenlijke productie vreemd zijn, is ook van groot belang voor de nasynchronisatie, waarbij de vertaalde tekst volledig in de plaats komt van de oorspronkelijk door de filmmakers bedoelde en gerealiseerde tekst.
Een soms bij het maken van ondertitels gevolgde handelwijze wil dat de ondertitel als vorm van geschreven literatuur rekening "moet" houden met de voor de geschreven literatuur geldende canons van de ontvangende cultuur.
Dit standpunt zie ik als volstrekt ongefundeerd en zinloos. De ondertitel is toch duidelijk een transcriptie van een mondelinge tekst!?