Logos Multilingual Portal

23 - Vertaling van vaktaal

HomeTerugVooruit


"Ich behielt die Geschichten alle, indem ich sie weiterspann und von ihnen ausgehend neue für mich erfand, aber nicht weniger verlockten mich die Gebiete des Wissens."1

"Ik hield mijn verhalen allemaal voor me, bleef er voor mezelf op voortborduren en uitgaande van die verhalen verzon ik weer nieuwe, maar niet minder trokken mij de gebieden van de wetenschap aan"".

Vaak is het meest voordehandliggende onderscheid dat wordt gemaakt om een typologie van de vertaling te maken, dat tussen literaire en technische vertaling.

In de realiteit van de markt is dit onderscheid weinig productief, vooral omdat beide categorieën erg lastig van elkaar te onderscheiden zijn.

Er bestaan nogal relevante verschillen tussen een vertaling die door een uitgeverij in opdracht wordt gegeven en een vertaling die een bedrijf laat maken dat er intern gebruik van wil maken of het als bijsluiter, documentatie of reclamemateriaal wil publiceren.

Terwijl de literaire vertaling slechts goed is voor 1% van de wereldproductie van vertalingen2, is het duidelijk dat wanneer men oppervlakkig spreekt over "literaire vertalingen", men de neiging heeft die met andere te verwarren en dit begrip te hanteren eerder dan dat van "vertaling voor een uitgeverij".

Onder "literaire vertaling" moet men uitsluitend de vertaling van verhalende teksten (romans en verhalen), poëzie of toneelstukken rekenen, en in bepaalde gevallen die van "literaire" essays en van films. De vertaling voor het uitgeverijwezen omvat een enorme hoeveelheid niet-literaire teksten. Volgens de zojuist aangehaalde bron zouden vertalingen voor uitgeverijen voor 20% van het totaal van de vertalingen tellen, en slechts een twintigste hiervan zou literair van aard zijn. Het lijkt me dus interessant om de categorie van de vertaling voor uitgeverijen nader af te bakenen (het is een categorie die gewoonlijk niet als zodanig wordt aangegeven in de typologie). Binnen deze groep van vertalingen voor uitgeverijen kunnen de literaire, essayistische, poëzie- en journalistieke vertaling worden onderscheiden.

Voor wat de vertaling voor andere opdrachtgevers dan uitgeverijen betreft, wordt het leeuwendeel in beslag genomen door de gespecialiseerde of vaktalige vertaling. In de vorige les heb ik in grote lijnen de principes van de terminologie uiteengezet, die juist van kracht zijn voor de vaktalige vertaling.

Ik heb de vertaling in het algemeen benaderd en gesproken over het belang van de vertaalwetenschappelijke analyse, de keuze van de dominant voor de lezer van de doeltekst, het vaststellen van het vertaalresidu en wat er in de doeltekst mee te doen valt. Al deze parameters hebben in de vaktalige vertaling een eigen karakter en waarde.

Vertaalwetenschappelijke analyse. In een gespecialiseerde vaktalige tekst hoeft geen volledige analyse te worden uitgevoerd, doordat een reeks variabelen die de niet-vaktalige vertaling kent, a priori worden uitgesloten. In de vaktalige vertaling zijn de te analyseren elementen vooral de volgende:

  1. het niveau van specialisatie van de betreffende tekst; een vaktalige tekst kan divulgatief zijn (zoals een gebruiksaanwijzing voor een huishoudelijk apparaat, waarbij technische informatie vertaald moet worden in voor iedereen begrijpelijke taal); hij kan een gemiddeld specialisatieniveau hebben, zodat hij niet alleen voor deskundigen op het desbetreffende vakgebied begrijpelijk is, maar ook voor diegenen die vertrouwd zijn met verwante sectoren; of hij kan uitsluitend bestemd zijn voor technici op dat bepaalde vakgebied en dus het hoogste specialisatieniveau bezitten;
  2. de sector waartoe de tekst behoort; zoals we in de vorige les hebben gezien, hebben termen meestal een enkel equivalent in andere talen en komen in een één-op-één relatie overeen met een enkel object of verschijnsel, maar kan het door intersectoriale ontleningen gebeuren dat in een term zoals bullet die in een bepaalde taal behoort tot de sector Krijgswezen, geleend wordt door de sector Informatica. Om de één-op-één relatie toch te garanderen is het dus noodzakelijk te weten wat de sector is waarvoor de tekst is geschreven om terminologische ambivalenties te ontzenuwen;
  3. het doel van de tekst; de vaktalige tekst wordt gekenmerkt door een zeer hoog informatief gehalte en dit gaat ten koste van de poëtische en connotatieve inhoud. De vertaler heeft dan ook een ruime bewegingsvrijheid, op voorwaarde dat hij precies weet wat het (informatieve) doel van de tekst is.

Keuze van de dominant. Het informatieve doel van de tekst is altijd de absolute dominant van de gespecialiseerde vertaling. Graag haal ik aan wat Federica Scarpa hierover opmerkt:

Het primaire doel van de niet-literiare vertaler is derhalve niet de "trouw" aan de vorm van de oorspronkelijke tekst – die zelfs in vele gevallen verbetering vereist – maar de integrale reproductie van de informatie die het origineel bevat en aanpassing ervan aan de normen en redactionele conventies van de ontvangende taal/cultuur.3

Vanuit dit gezichtspunt levert de keuze van de dominant van de vaktalige vertaling veel minder problemen dan die van een niet-vaktalige tekst.

Vertaalresidu en metatekstueel apparaat. De interlinguïstische vaktalige vertaling mag bijna geen vertaalresidu hebben, afgezien van die residu´s die alle vormen van communicatie gemeen hebben. Tenzij er bij de vertaler verwarring bestaat over de sector waartoe de tekst behoort, het niveau van specialisatie en het doel van de tekst, zou de vertaling geen verlies moeten opleveren. Gewoonlijk is dus geen metatekstueel apparaat noodzakelijk, ook doordat de brontekst niet het object is van filologische verering, maar eerder een wegwerp communicatie-instrument, waarvan na vertaling geen spoor overblijft – en ook niet over mág blijven.

In dit soort vertaling is het probleem van keuze voor of neiging naar de pool van de passendheid of die van de aanvaardbaarheid nogal makkelijk op te lossen. Passendheid heeft simpelweg geen zin omdat, zoals Federica Scarpa in het hierboven aangehaalde citaat zegt, verbetering van de brontekst vaak wenselijk is. Verfraaiing van de tekst na of tijdens de vertaling – iets wat helaas ook door zeer gerenommeerde uitgeverijen nog wordt gedaan – vindt haar bestaansreden in de vaktalige vertaling (en niet in die voor een uitgeverij). En hier is echt het principe van kracht dat een vertaling niet als zodanig moet worden herkend, ook omdat in een technische tekst de constatering dat het om een vertaalde tekst gaat meestal betekent dat de vertaling moeilijk te ontcijferen is. Dit elementaire verschil in benadering tussen de beide typen vertaling wordt zeer scherpzinnig en begrijpelijk door Scarpa uiteengezet:

In wezen kan men tegenover een "vervreemdende" benadering van de literaire vertaling, waarbij de lezer in een tekst wordt gestort waarin de verschillen tussen de brontaal en –cultuur enerzijds en de doeltaal en –cultuur anderzijds zijn behouden omdat het de tekst is die centraal staat, de "familiariserende" benadering stellen van de gespecialiseerde vertaling. Deze zou men – met een uitdrukking die is ontleend aan de vertaling van software en de aanpassing ervan aan de eisen van de cultuur van de eindgebruikers ervan – ook "localiserende" vertaling kunnen noemen. Hier neigen de brontaal en -cultuur ertoe toenadering te zoeken tot de lezer, met hem vertrouwd te raken, omdat de tekst primair gezien wordt als een middel om informatie over te dragen4.

Wat hier wordt gezegd betekent allerminst dat de vaktalige vertaler (of de vertaler met meerdere specialismen die een vaktalige vertaling aan het maken is) een perse makkelijker leven heeft. Zijn inkomsten zijn gewoonlijk veel hoger dan die van een collega die voor een uitgeverij werkt en naarmate de tijd verstrijkt en zijn ervaring in de sector toeneemt, zal de tijd die hij nodig heeft om een pagina te vertalen steeds korter worden.

Daar staat tegenover dat het, juist vanwege de sectoriale, vaktalige aard van zijn werk, noodzakelijk voor hem is de tekstuele kenmerken in de vingers te hebben die gelden voor de sector waarin hij actief is. Als dezelfde begrippen op een andere wijze worden geuit dan gewoonlijk, kunnen zij een vervreemdend effect genereren dat in informatieve teksten onwelkom is. Om dit probleem het hoofd te bieden moet de vaktalige vertaler uitgaan van modelteksten, de zogenaamde "parallelle teksten". Dit zijn teksten uit dezelfde sector maar oorspronkelijk geschreven in de ontvangende taal en cultuur. Of, bij gebrek hieraan, teksten die in dezelfde sector zijn vertaald maar uit andere talen.

 

Bibliografie

CANETTI ELIAS Die gerettete Zunge. - Die Fackel im Ohr. - Das Augenspiel, München, Carl Hanser Verlag, 1995, ISBN 3-446-18062-1. Gebruikte uitgave: Die gerettete Zunge, Frankfurt, Fischer Verlag 1979, ISBN 3-596-22083-1.

SCARPA FEDERICA La traduzione specializzata. Lingue speciali e mediazione linguistica, [De gespecialiseerde vertaling. Speciale talen en linguïstische bemiddeling] Milano, Hoepli, 2001, ISBN 88-203-2709-0.


1 Canetti 1979: 236-237.
2 Scarpa 2001: 67.
3 Scarpa 2001: 70.
4 Scarpa 2001: 70.



 



HomeTerugVooruit