Logos Multilingual Portal

24 - Vertalen voor een uitgever

HomeTerugVooruit


"Es war auffallend, daß nicht nur sie, sondern auch Fräulein Rosy und die anderen Damen des Hauses jeden Dichter gelten ließen, der etwas veröffentlicht hatte."1

"Het was opvallend dat niet alleen zij, maar ook Fräulein Rosy en de andere dames in huis iedere schrijver die iets had gepubliceerd met respect bejegenden".

De categorie van de vertaling voor uitgevers omvat alle vertalingen die in opdracht worden gegeven door uitgevers en voor hen worden uitgevoerd, ongeacht het soort tekst waarom het gaat. De uitgeverijwereld publiceert teksten van iedere aard, van literair tot technisch en van essays van hoog niveau tot journalistieke teksten. Wat hebben deze vertalingen met elkaar gemeen?

Het feit dat de vertalingen voor de uitgeverijwereld worden gemaakt, die een industrie vormt van kolossale macht en omvang, zoals door vele onderzoekers is aangetoond2.

Waar de vertaler in zijn relatie met een vertaalbureau of een bedrijf dat geen uitgeverij is een vrij sterke onderhandelingspositie heeft, omdat bedrijven zich gewoonlijk niet organiseren als systeem of als een netwerk, maar een individuele relatie aangaan met de door hen voor werk op een min of meer voortdurende basis aangezochte vertaler. Uitgevers confronteren de vertaler met een systeem van allerlei, geschreven of ongeschreven, regels, die hem, als een op zichzelf staand individu, vrijwel geen onderhandelingsmarge laten.

De regels. Om te beginnen zijn uitgevers erg streng in het toepassen van hun redactionele voorschriften. Die normen zijn niet altijd en overal gelijk, en komen niet overeen met de normen van de internationale instituten (de ISO-normen). In de loop van mijn bestaan als vertaler heb ik een hele verzameling aangelegd van vellen of folders met de redactionele voorschriften van de uitgevers waarvoor ik heb gewerkt, en zo kunnen constateren dat deze de persoonlijke voorkeur van de van keer tot keer tot een positie van belang opgeklommen redacteuren of uitgevers weerspiegelen. Want bij sommige uitgeverijen veranderen die nogal eens.

De contracten. Ook al wordt in de wetgeving van vele landen de vertaling gelijkgesteld met het scheppend schrijven, toch worden contracten niet vaak opgesteld met dit principes in gedachten. In sommige landen waar de vertaling voor een uitgever wordt gezien in termen van het afstaan van auteursrechten, stelt de uitgever om zich in te dekken tegen een te hoge uit te betalen vergoeding in geval het boek een groot succes zou worden, contracten op waarin de vertaler op forfaitaire wijze voor zijn werk wordt beloond, onafhankelijk van het aantal verkochte boeken. In Nederland wordt voor (min of meer) literaire vertalingen gewerkt met een modelcontract (opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond en de Vereniging van Letterkundigen - Vakbond van Schrijvers) dat ook rekening houdt met royalty’s over herdrukken en hergebruik van vertalingen. Ook worden in dat contract afspraken gemaakt over zaken als het aantal presentexemplaren en de rechten van voorpublicatie e.d. De Nederlandse literaire vertalers zijn verenigd in de belangenorganisatie LIRA, die ook de vergoedingen van leenrecht (het bedrag dat de overheid betaalt voor het uitlenen door bibliotheken) en vergoedingen voor eventueel gebruik in de media en voor verfilmingen verdeelt. Ook Vlaanderen kent sinds kort een leenvergoeding, zij het minder breed opgezet dan het Nederlandse equivalent.

De tarieven. Dankzij het feit dat de vraag van vertalers naar vertaalwerk voor uitgevers veel groter is dan het aanbod aan titels, daalt de vergoeding van de vertalingen gestaag. Althans in Italië, waar duizenden vertalers niets liever doen dan werken voor uitgevers, en dat terwijl we hebben gezien dat het werk voor uitgevers slechts goed is voor ongeveer 20% van het totale vertaalwerk. Dit heeft tot gevolg dat de uitgevers daar gebruik van maken door zich niet dan in uiterste nood te wenden tot de bekendste en meest ervaren vertalers, die erin zijn geslaagd zich een goede marktpositie te veroveren en tarieven boven het minimum te bedingen, maar gebruik te maken van jonge debutanten die om maar een begin te kunnen maken met dit werk, bereid zijn bijna voor niets te werken, en soms volledig gratis. Dat is namelijk nuttig voor iemand aan het begin van zijn carrière om ervaring op te doen en iets in zijn curriculum vitae te kunnen bijschrijven.

In Nederland daarentegen bestaan juist meer vaste relaties tussen vertalers en uitgevers, die ernaar streven te werken met vertrouwde vertalers en, waar van schrijvers meerdere titels worden uitgegeven, te werken met vaste combinaties van auteurs en vertalers, waardoor maximale ervaring wordt gegarandeerd. Dit heeft natuurlijk voordelen voor zo’n ervaren vertaler, die binnen de grenzen van het aanbod verzekerd kan zijn van werk, maar vormt anderzijds een drempel voor beginnende vertalers, die niet makkelijk bij een uitgever kunnen "binnenkomen", en voor vertalers die om welke reden ook van uitgever willen veranderen.

Ook in Nederland geldt dat de beloning van de literaire vertaling nogal achterblijft bij die in het commerciële circuit. De mogelijkheid om een beroep te doen op een werkbeurs van het Fonds voor de Letteren compenseert dit verschil in belangrijke mate, maar er zijn wel voorwaarden aan de toekenning verbonden, vooral ten aanzien van de ervaring en deskundigheid van de vertaler en de kwaliteit en het belang van de brontekst (zie: http://www.fondsvoordeletteren.nl/).

Teksten. De hoop van iedere vertaler die voor een uitgever werkt is interessante teksten te kunnen vertalen. Dat zou het verschil moeten zijn met een vertaler die voor het bedrijfswezen of voor particuliere opdrachtgevers werkt. Bijna alle voor uitgevers werkzame vertalers zijn verwoede lezers op het gebied van de taal waaruit zij vertalen, met sterke voorkeuren voor bepaalde schrijvers, en willen niets liever dan deze schrijvers onder de aandacht brengen van de uitgevers en hen in hun eigen land gepubliceerd zien. Dit is een van de sterkste illusies die vertalers binden aan de uitgeverijwereld3. Maar in de meeste gevallen kiezen uitgevers voor een tekst die hun door agenten wordt voorgesteld.

Agenten. Deze vormen nog een verschil tussen de wereld van de uitgeverijen en die daarbuiten. Editoriale agenten (die soms onjuist worden aangeduid als "literaire agenten", terwijl zij zich gewoonlijk ook, en zelfs overwegend, bezighouden met niet-verhalende teksten, dus met non-fiction) verdienen bij vertalingen aan de bemiddeling tussen de auteur en de buitenlandse uitgever. Veelal staat of valt het succes van een schrijver in het buitenland met de beslissingen van zijn agent. Iedere agent behartigt de belangen van een wisselend aantal schrijvers, en soms gaat het om zo’n groot aantal auteurs dat hij niet al zijn tijd aan elk van hen kan wijden. Het is dan ook onvermijdelijk dat hij zich richt op die auteurs die hem het meest interessant lijken, of potentieel het meest winstgevend. In landen als Italië of Nederland zijn er maar heel weinig buitenlandse agentschappen van uitgeverijen en zowel uitgevers als schrijvers moeten de relaties met hen cultiveren als ze een carrière met enig succes in het buitenland nastreven.

Informatienetwerken in de uitgeverswereld. Uitgevers hebben verschillende officiële betrekkingen, bijvoorbeeld via verenigingen (in Nederland: de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond), en daarnaast ook officieuze relaties, waarbij uiteraard informatie wordt uitgewisseld. Net zoals de naam van een vertaler die goed werk heeft verricht, die dat snel heeft gedaan, of met wie makkelijk samen te werken valt van mond tot mond kan gaan, en die vertaler nieuw werk kan opleveren bij andere uitgevers, zo worden ook de echte of veronderstelde minder mooie kanten rondgebazuind om de collega’s te waarschuwen voor een mogelijk risico.

Clausules in het contract. De relaties tussen de uitgever en de vertaler worden geregeld bij contract. Dat is zo opgesteld dat het de vertaler (of auteurs) duidelijk maakt dat zijn onderhandelingspositie uiterst beperkt is. De tekst is staat meestal vast (zie boven, het contract staat ook wel bekend als het Modelcontract GAU / VVL). Dat contract bevat onder meer een clausule die als volgt luidt:

Wanneer het door de vertaler ingeleverde manuscript naar het oordeel van de uitgever redigering behoeft, wordt deze redigering in overleg met de vertaler toegepast. Indien het totaal van de daaraan verbonden kosten hoger is dan de voor een manuscript van die omvang volgens het gangbare tarief geldende kosten van correctie van de drukproeven, heeft de uitgever de bevoegdheid de redigeringskosten boven dat bedrag te verhalen op de vertaler.

Hier beslist dus de uitgever. Hetzelfde geldt voor de kosten van "extracorrectie". In buitenlandse contracten is er ook vaak sprake van dat als de vertaler naar de mening van de uitgever zijn werk niet goed heeft verricht, de vertaler in het geheel niet wordt betaald.4

Kwaliteitscontrole. . De kwaliteitscontrole van de vertalingen voor een uitgever wordt op dezelfde manier verricht. Het oordeel van de uitgever (die dat vaak delegeert aan een redacteur of ondergeschikte uitgever) heeft oneindig hoge waarde, dat van de vertaler telt in het geheel niet. Wanneer het niet gaat om volledig gesloten teksten of vaktalige teksten (zie vorige lessen), waarin een tekst objectief fout kan blijken, omdat de relatie teken-object daarin een één-op-één relatie is, zal het oordeel over een vertaling altijd arbitrair zijn. (Dit geldt overigens niet alleen voor vertalingen van literaire teksten, maar ook voor die van teksten die om welke reden dan ook aan criteria van "leesbaarheid" of "vlotheid" moeten voldoen, zoals bijvoorbeeld een via een vertaalbureau verleende opdracht tot vertaling van een bedrijfsblad.5) Sommige maatstaven voor beoordeling van vertalingen kan men vinden in de vertaalwetenschappelijke literatuur, maar gewoonlijk willen de uitgevers die niet kennen of hanteren, omdat ze liever van puur commerciële maatstaven uitgaan. Zoals Fawcett6 stelt, wordt het eindproduct in aanzienlijke mate vormgegeven door de redacteuren. Dit leidt bijna altijd tot de schepping van een "getemde" vertaling, waarvan de oplossingen die het meest vernieuwend en het minst standaard zijn, zijn weggepoetst. Als men bedenkt dat de deskundigheid van de redacteur op het gebied van de zendende taal en cultuur het niet haalt bij die van de vertaler, staan de correcties in het teken van de leesbaarheid in de ontvangende cultuur7. Waar het om gaat bij een vertaling voor een uitgever is dat ze goed leesbaar is en lekker vlot loopt. Om die reden vertonen vertalers die een zeker reflectief vermogen hebben – die dus naast praktische ervaring ook een theoretische achtergrond hebben – de neiging om een zekere frustratie over te houden aan de confrontatie met de uitgever.

 

 

 

Bibliografie

CANETTI ELIAS Die gerettete Zunge. - Die Fackel im Ohr. - Das Augenspiel, München, Carl Hanser Verlag, 1995, ISBN 3-446-18062-1. Gebruikte uitgave: Die gerettete Zunge, Frankfurt, Fischer Verlag 1979, ISBN 3-596-22083-1.

FAWCETT P. Translation and power play, in The Translator, 1.2, 1995, p. 177-192.

MUNDAY JEREMY Systems in Translation: A computer-assisted systemic analysis of the translation of García-Marquez, tesi di dottorato, Bradford, 1997.

VENUTI LAWRENCE The Scandals of Translation: Towards the Ethics of Difference, London - New York, Routledge, 1998, ISBN 0-415-16930-5.


1 Canetti 1979: 227.
2 Venuti 1998: 31-66.
3 Een soortgelijke illusie speelt bij de (al dan niet) universitaire docent in een bepaalde taal en letterkunde die vanuit zijn kennis van land en volk de uitgever graag met raad en daad terzijde wil staan. Zijn adviezen worden, indien ongevraagd, niet altijd gewaardeerd, en zelfs indien gevraagd, veelal noch beloond noch opgevolgd - R.M. Speelman.
4 Dat komt ook in Nederland wel eens voor, en de vertaler heeft dan weinig middelen om zijn rechten af te dwingen, behalve de gang naar de rechter, die voor veel vertalers een stap te ver vormt. Bovendien: wie beoordeelt of een tekst niet goed is vertaald? Dat kunnen eigenlijk alleen collega-vertalers of specialisten uit de wereld van het academisch onderwijs - R.M. Speelman
5 De vertaler die zich in deze situatie in moeilijkheden gebracht ziet door ongemotiveerde afwijzing van zijn werk, valt het volgende aan te raden: 1) wijs de opdrachtgever op zijn plicht om zo spoedig mogelijk commentaar te leveren (of te hebben geleverd), zodat u als vertaler de stijl kunt (of had kunnen) aanpassen; 2) vraag om honorering van het recht op weerwoord; 3) vraag om inzage in de gecorrigeerde documenten; 4) reageer punt voor punt of juist meer in het algemeen op de aangebrachte wijzigingen en maak daarbij onderscheid tussen "synoniemenjagerij" en concrete fouten; 5) toets ook de vereiste "leesbaarheid" aan de brontekst - is deze in een andere stijl geschreven, dan pleit dit vrij van een al te vlotte herschrijving (de vertaler wordt in beginsel niet voor scheppende arbeid betaald); 6) laat merken dat u uw rechten kent en vertrouwd bent met de rechtsgang; 7) stel desnoods arbitrage voor door een goed bekend staande collega - opmerking tussen haakjes en noot van R.M. Speelman.
6 1995:189.
7 Munday 1997: 170.



 



HomeTerugVooruit