Logos Multilingual Portal

27 - Journalistieke vertaling

HomeTerugVooruit


"Er beherrschte nur die aramäische Schrift, in der das Altspanische geschrieben wurde, und Zeitungen las er nur in dieser Sprache. Sie hatten spanische namen wie >El Tiempo<, >Die Zeit<, und >La Boz de la Verdad<, >Die Stimme der Wahrheit<, waren in hebräischen Lettern geschrieben und verschienen, glaub ich, nur einmal die Woche."1

"Hij kende alleen het Aramese schrift waarin het joodse Spaans was geschreven, en las de kranten alleen in die taal. Ze hadden Spaanse namen als "El Tiempo", De Tijd, en "La Boz de la Verdad", De Stem der Waarheid, waren in Hebreeuwse letters gezet en verschenen, geloof ik, slechts eenmaal per week".

De journalistieke vertaling heeft enige bijzondere kenmerken die haar onderscheiden van de vertaling van non-fiction in het algemeen. Op het eerste gezicht zou men kunnen denken dat een journalistieke tekst, waarin feiten worden geuit en informatie overgedragen, een puur denotatief karakter heeft, en daarom op stilistisch en syntactisch vlak betrekkelijk gemakkelijk te vertalen moet zijn, met hoogstens wat problemen van lexicale aard.

In werkelijkheid belanden nogal heterogene teksten in de krant. We zullen de categorie van de tijdschriften buiten beschouwing laten, omdat die vaak teksten bevat van niet echt journalistieke aard, dat wil zeggen teksten die ook in niet-periodieke publicaties kunnen worden aangetroffen. Onze aandacht zullen we uitsluitend richten op de dagbladen.

Berichtgeving. De voor de diverse berichtgeving gereserveerde secties zijn diegene die gewoonlijk de sterkst denotatieve inhoud hebben. In het weergeven van gebeurtenissen van plaatselijke, nationale of internationale aard is het persoonlijke of politieke commentaar van de journalist die de berichten van de persbureaus parafraseert, gewoonlijk heel beperkt, en daarom blijven ook de connotatieve aspecten tot een minimum beperkt. Bij deze soort vertaling houden de problemen vooral verband met de standaardvorm waarin de berichten in de verschillende culturen worden meegedeeld. Zo wordt bijvoorbeeld in het Engels in de rubieken van de faits divers (zoals de misdaadverslaggeving enz.) het werkwoord van de hoofdzin aan het einde van een volzin geplaatst, en vooral gebeurt dit met de zogenaamde verba dicendi, de werkwoorden die aangeven dat iets wordt gezegd (verklaren, beweren, stellen, enz.), zoals in deze zin:

The shot was heard in the area of half a mile, Mr Homer reported.

Als we teksten als deze vertalen in vele andere talen die geen vaste plaats voor de persoonsvorm aan het eind van de (hoofd)zin hebben, moeten we de zin in de doeltaal zodanig aanpassen dat de persoonsvorm van die zin op de voor die taal gebruikelijke plaats belandt, dit om te voorkomen dat we syntactische constructies gaan ontlenen aan de brontaal.

Politiek commentaar. Dit kan voor vertalers ernstige problemen opleveren. Politici hebben er een handje van met veel verve en verbeelding woorden en termen te bedenken. Men denke in het Nederlands aan woorden als onthaasting, deregulering, sectorplan, prepensioen, eigen woning-forfait, Tante Agaath-lening enzovoorts (en in het Engels aan termen als road map). Dit zijn woorden die in een politiek betoog (of in de sociale of fiscale wetgeving en voorlichting) in werkelijk enorme hoeveelheden kunnen voorkomen en door de vertaler in de eerste plaats moeten worden ontcijferd. Dit zal niet moeilijk zijn voor eigentijdse termen die dagelijks in de media worden gebruikt. Maar dit soort taal is aan veel snellere veroudering onderhevig dan de standaardtaal, en vervalt gemakkelijk in onbruik bij een regeringswisseling of een wetswijziging (het lot van uitdrukkingen als ethisch reveil, brede herwaardering, voor-Oortse kosten, Vredeling-huwelijk, voordeurdelers of Zalmsnip).

Als de vertaler in de ontcijfering is geslaagd, wordt hij met aanzienlijke vertaalproblemen geconfronteerd. Natuurlijk bestaat hierbij een groot verschil tussen een artikel dat een buitenlandse correspondent schrijft over de politiek van het land waar hij is gestationeerd en een artikel over buitenlandse politiek dat in een andere context in de ontvangende cultuur moet worden gepubliceerd.

In dat laatste geval is het niet moeilijk om noten aan te brengen en het onvermijdelijke vertaalresidu aldus via een metatekstueel apparaat te verduidelijken. Maar in geval van een vertaling voor een dagblad, waar niet met noten wordt gewerkt en de lezer in staat moet worden gesteld om het "product" ook in ongemakkelijke omstandigheden te "consumeren" (in de tram, in de werkpauze, ´s ochtends vroeg als hij nog nauwelijks wakker is), wordt het probleem erg nijpend. Het hanteren van noten is professioneel weinig verheffend en de journalistieke vertaling is hierop geen uitzondering. Het zou heel ernstig zijn als men deze of gene auteur (niet zelden zijn de auteurs van politieke beschouwingen zelf politici) preciseringen of ander commentaar van de vertaler in de mond zou leggen. De vertaler blijft zo geen andere mogelijkheid dan zonodig vierkante haken te openen en daarbinnen kort en krachtig uit te leggen wat hij niet kan vertalen, en dat aan te geven met "vert." of "noot v.d. vert.", de vierkante haken te sluiten en dan zijn vertaling te hervatten.

Peres heeft verklaard dat de road map [plan van de E.U. en de V.S. om een oplossing te bereiken voor de conflicten in het Midden-Oosten – vert.] nog steeds een werkbare benadering vormt.

Natuurlijk zijn dergelijke preciseringen alleen nodig wanneer een uitdrukking nog geen gemeengoed is geworden. In het gegeven voorbeeld zou een dergelijke noot binnen een paar weken na introductie van de term al niet meer nodig zijn. Overigens heeft het Nederlands hier vrijwel meteen na introductie van de term gekozen voor een vertaling als "routekaart".

Contextuele verwijzingen. Dat kranten van nature en vanwege het gebruik dat mensen ervan maken zo weinig verwijzingen geven, levert een vertaalprobleem van de eerste orde. Journalistieke teksten bevatten een zeer hoog percentage geïmpliceerde cultuurspecifieke gegevens. Dit is vooral te wijten aan hun karakter van dagblad. De zeer hoge frequentie van verschijnen maakt dat een van de chronotopische dimensies, om precies te zijn die van de tijd, als vanzelfsprekend wordt aangenomen. Je kunt dat goed merken wanneer je voor een maand naar het buitenland vertrekt en bij terugkomst slechts met moeite kunt begrijpen waarover men in de kranten schrijft. Om de krant van vandaag te begrijpen moet je die van gisteren hebben gelezen, en zo voort. In hun historische reeks vormen de dagbladen een soort gigantische hypertekst waarnaar de krant van vandaag naar believen verwijst.

Een ander element van de chronotopische coördinaten dat in de kranten altijd als vanzelfsprekend wordt gezien is dat van de plaats. Wanneer een bericht geen specifieke informatie over de plaats bevat, neemt men stilzwijgend aan dat het betrekking heeft op de stad waar de krant verschijnt. (Dit ziet men in Nederland uiteraard in huis aan huis bladen en plaatselijke dagbladen, niet in landelijke kranten. Het Leids Dagblad zal berichten over een "concert in de Marekerk", de Haagse Courant over een "concert in de Leidse Marekerk"). Als het bericht van nationaal politiek belang is en de plaats niet wordt aangegeven, gaat men ervan uit dat het bericht op de zetel van de regering betrekking heeft. Gaat het om locale politiek en wordt de plaats niet genoemd, dan moet men aannemen dat het bericht betrekking heeft op de zetel van het plaatselijke bestuurslichaam in kwestie ("de gemeente opent een speciaal loket voor het aanvragen van bouwvergunningen"), enzovoorts.

Vaak ook worden culturele coördinaten geïmpliceerd, omdat de lezer van de krant impliciet behalve tot een obligate tijd en plaats ook tot een heel precies omschreven cultuur behoort (een uitzondering hierop vormen natuurlijk diegenen die kranten in archieven lezen en stukken lezen die soms elders en misschien wel decennia of eeuwen eerder zijn geschreven, maar die vormen uiteraard niet de doelgroep van die courant). Zo kunnen bijvoorbeeld de naam van een voetballer of een bekend televisieprogramma worden ingevoegd als intertekstuele vertaling, als metafoor van iets anders, en de lezer moet dan – ook als hij het voetbal niet volgt en geen tv kijkt – in staat zijn om op zijn minst de connotatieve waarde van die verwijzing te begrijpen om de tekst te kunnen lezen.

Locaal lexicon. Een andere eigenschap van dagbladen is het gebruik van plaatselijke taal. In de kranten van sommige steden kunnen artikelen in dialect voorkomen, of, zoals in het geval van de Leeuwarder Courant, in de Friese taal. Vaak heeft echter, behalve in kranten die impliciet internationaal van aard zijn, zoals de International Herald Tribune, de locale variant van de taal in kwestie de overhand, ook zonder dat sprake is van gebruik van dialect.

Zo kan men bijvoorbeeld in een Vlaamse krant talrijke kenmerken aantreffen van het Zuid-Nederlands. Ook een land als Italië kent dergelijke verschillen. Zo valt in een Romeinse krant te lezen dat iets is voorgevallen "a via Nazionale", terwijl men elders in het land zou schrijven "in via Nazionale".

Hoofdartikelen, opinie- en cultuurpagina. In de kranten treft men ook artikelen aan die een persoonlijke mening of die van de hoofdredactie weergeven. Op de cultuurpagina2 vindt men beschouwende artikelen die niet per se gericht hoeven zijn op een recent onderwerp, maar die uitstekend een maand, een jaar of nog langer eerder of later zouden kunnen zijn geschreven. Deze teksten zijn meestal echte essays, en over het vertalen ervan komen we in de volgende les te spreken.

Bibliografie

CANETTI ELIAS Die gerettete Zunge. - Die Fackel im Ohr. - Das Augenspiel, München, Carl Hanser Verlag, 1995, ISBN 3-446-18062-1. Gebruikte uitgave: Die gerettete Zunge, Frankfurt, Fischer Verlag 1979, ISBN 3-596-22083-1.


1 Canetti 1979: 109-110.
2 In Italië is dit traditioneel pagina drie van de krant ("la terza pagina") , en dedoor Osimo gebruikte term "terza pagina"-artikelen heeft dan betrekking op alle culturele artikelen, ook indien op andere pagina's voorkomend - R.M. Speelman



 



HomeTerugVooruit