"Ich brachte es fertig, mit ihnen zu spielen und mich zugleich auf die Tapetenleute zu beziehen."1
"Ik had zelfs met hen leren spelen door me tegelijkertijd te bemoeien met de personages van het tapijt."
In de vorige les zagen we dat bij de vertaling gemaakte keuzes veelal een keten van gevolgen met zich meebrengen. Elke keuze impliceert andere keuzes – of de onmogelijkheid van keuzes – en dat kan in sommige gevallen ook gebeuren zonder dat de vertaler zich daar ten volle van bewust is. Dergelijke keuzes kunnen objectief zijn, dat wil zeggen, bepaald door het soort linguïstisch materiaal waarover men beschikt. Maar ze kunnen ook subjectief zijn, en daarmee afhankelijk zijn van het geheugen van de vertaler, zijn ideologie en zijn esthetische canon.
Elk woord dat in een vertaalde tekst voorkomt (we zullen vanaf nu vaak spreken van "translatant"), kan worden gebruikt om te proberen zijn ontstaan te reconstrueren. Het gaat er hier om het beslissingsproces dat tot bepaling van de translatant heeft geleid uitgaande van de doeltekst in omgekeerde richting te doorlopen. Levý noemt dit proces "generatief model". Dit mag vooral niet verward worden met de generatieve opvattingen van Chomsky, een benadering in de taalkunde waarmee het afgezien van de naam niets gemeen heeft. De opbouw van Levý´s betoog houdt eerder verband met de semiotiek dan met de generatieve linguïstiek:
De beslissingsprocessen bij de vertaling hebben de structuur van een semiotisch systeem, dat een semantisch aspect heeft (dat wil zeggen, een repertorium van eenheden die door hun relatie tot hun verschillende denotaties worden bepaald) en een syntaxis (dat wil zeggen, regels om die eenheden met elkaar te combineren, of we nu onder "eenheid" paradigma´s dan wel instructies verstaan) (1966: 1179).
Levý beschrijft de woorden volgens een herkenningsmodel, dat overeenkomt met dat wat de lezer gebruikt om de mogelijke beslissingen van de vertaler te reconstrueren. Dit model gaat er vanuit dat de lexicale eenheden hiërarchisch kunnen worden georganiseerd van meer generiek tot meer specifiek. Levý geeft het volgende voorbeeld (1966: 1174):
to exist |
/ \ |
to move |
to rest |
/ \ |
/ | \ |
to move as a whole |
to move in parts |
to sit |
To stand |
to lie |
/ / | \ |
|
|
|
|
to walk |
to ride |
to fly |
to drive |
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
\ |
|
|
|
|
|
|
|
to drive |
to be driven |
|
Dit is het schema dat de auteur gebruikt bij het schrijven van de brontekst, en tevens het schema dat de vertaler volgt om tot de mogelijke translatanten te komen. Dit specificerende proces kan, wanneer de vertaler zich er niet geheel van bewust is, op een niveau worden gebracht dat lager of hoger ligt dan dat van de auteur, waardoor respectievelijk een specificerende of generaliserende vertaling wordt verkregen.
In het specifieke geval is het voorbeeld dat van de Engelse zin:
His Lordship jumps into a cab, and goes to the railroad.
De vertaling:
Zijne Excellentie springt in de koets en laat zich naar het station rijden.
is specificerend omdat zij, uitgaande van het zojuist afgebeelde schema, een hogere graad van specificatie bereikt dan het origineel (die welke onderscheid maakt tussen in een vervoermiddel rijden en zich met een vervoermiddel laten brengen), waar het origineel alleen het woord "goes" gebruikte (hetzelfde kan worden opgemerkt over "cab" en "koets", waarvoor ook "taxi" een mogelijke vertaling zou zijn, en "railroad" en "station", waarbij het overigens moeilijk is te zeggen welke term meer specificerend is dan de andere, omdat het station - althans in combinatie met de translatant "taxi" - niet per sé een spoorwegstation hoeft te zijn2).
Levý noemt deze specificaties "surplus decisions", extra beslissingen. Daar het debat dat na publicatie van Levý´s artikel is ontstaan veel nadruk heeft gelegd op de terminologie die generalisatie en specificatie tegenover elkaar plaatst, en die terminologie zeer productief is, vind ik het belangrijk de lezer erop te wijzen dat die surplus decisions exact overeenkomen met semantische specificaties.
Specificaties en meer in het algemeen vertaalbeslissingen kunnen al dan niet noodzakelijk zijn en al dan niet gemotiveerd. Ze zijn gemotiveerd als ze plaatsvinden uitgaande van wat de context vereist (zowel in linguïstisch als in cultureel opzicht). Ze zijn noodzakelijk als de taal van de doeltekst niet beschikt over bepaalde (grammaticale, syntactische, semantische dan wel culturele) categorieën waarover de taal van de brontekst wel beschikt.
Hoe sterker de semantische segmentatie is in de zendende taal, vergeleken met die in de ontvangende taal, des te groter is de verspreiding van de vertalende varianten (1966: 1175).
En, wil ik toevoegen, des te groter wordt de mate van specificatie die in de fase van de vertaling wordt vereist. Laten we stellen dat in het volgende schema links de zendende taal en rechts de ontvangende taal wordt weergegeven:
zendende cultuur |
ontvangende cultuur |
make |
produce |
manufacture |
constitute |
create |
form |
earn ecc. |
In de zendende cultuur bestaat één enkel woord om de betekenis uit te drukken die in de ontvangende cultuur door een reeks specifiekere woorden wordt gedekt. Bijgevolg is de vertaling gedwongen van specificerende aard. Daarentegen,
hoe verfijnder de lexicale segmentatie van de zendende taal is in verhouding tot die van de ontvangende taal, des te beperkter is de verspreiding van de vertalende varianten (1966: 1175).
Ik wil hieraan toevoegen dat het ook in dit geval gaat om een scenario waarin het aantal vertalende varianten kleiner is doordat de vertaling generaliserend is, en één translatant overeenkomt met een semantisch veld dat in de zendende taal door meerdere lexicale eenheden werd bestreken:
zendende cultuur |
ontvangende cultuur |
produce |
make |
manufacture |
constitute |
create |
form |
earn ecc. |
Een andere benadering die Levý voorstelt voor het synthetiseren van het vertaalproces, opgevat als een keten van beslissingen, is die waarbij twee soorten keuzes een rol spelen, doordat het proces tegelijk interpretatief en creatief van aard is:
- de keuze binnen het semantisch veld van het woord (of de groep woorden) van de brontekst om de interpretatie (betekenis) te vinden die zinvol is in de context en in de co-tekst, waarbij de betekenissen die in de context en de co-tekst moeten worden onderdrukt, worden afgevlakt,
- de keuze, binnen een paradigma van woorden in de ontvangende taal, van de translatant die het meest bevredigend is voor uiting van de betekenis die bij de onder punt 1 genoemde keuze is vastgesteld.
Het laatste aspect van de vertaling als beslissingsproces dat Levý behandelt is van pragmatische aard: dat van de praktijk van de vertaling. Levý laat hierbij zien dat hij geen kind is van zijn tijd, toen de "vertaaltheoretici" de neiging hadden geen rekening te houden met praktische aspecten. Doordat het vertalen zich afspeelt in een sociale context waarbinnen zowel de variabele van de tijd waarover de vertaler beschikt om zijn werk te voltooien als de (met die eerste variabele verband houdende) variabele van de mate van winstgevendheid van het werk van groot belang zijn, heeft het geen zin te denken aan het vertaalwerk als aan een werk waarin een probleem kan worden opgelost zonder stil te staan bij de daarvoor benodigde tijd.
Daarom stelt Levý voor de door alle vertalers gevolgde strategie te beschouwen als een minimax strategie, dat wil zeggen, als één die erop is gericht om het maximale effect te bereiken met een minimale inspanning. Dit houdt in dat een vertaler niet streeft naar de beste oplossing, maar zich tevreden moet stellen met
een vorm die min of meer alle noodzakelijke betekenissen en stilistische waarden uitdrukt, ook al is het waarschijnlijk dat men na uren van zoeken en herschrijven nog een betere oplossing zou kunnen vinden (Levý 1966: 1180).
Volgens Levý mikt de vertaler op het minimaal bevredigende resultaat, het volgens zijn eigen linguïstische en esthetische maatstaven toelaatbare minimum. Daarom maakt hij zich zorgen over de reactie van zijn lezerspubliek (de modellezer) en probeert hij zich voor te stellen voor hoeveel procent dit publiek kan bestaan uit filologen, taalpuristen, slordige lezers enzovoort. Het voorbeeld dat Levý ditmaal geeft is de vertaling in het Frans van de Engelse uitdrukking
not a little embarrassed
De vertaler denkt aan twee mogelijkheden:
1. pas peu embarrassé
2. très embarrassé
Bij beslissing 1 wordt het stijlkenmerk van het understatement (lithotes) bewaard, maar bestaat het risico dat de lezers die vooral op de zuiverheid van de Franse taal zijn gericht, worden geërgerd door deze keuze, die zou kunnen doorgaan voor een anglicisme.
Bij beslissing 2 blijft het stijlkenmerk van het understatement (lithotes) niet behouden, maar vermijdt de vertaler het risico dat de lezers die vooral op de zuiverheid van de Franse taal zijn gericht, worden geërgerd door deze keuze, die zou kunnen doorgaan voor een anglicisme.
Daarom ijkt volgens Levý de vertaler telkens opnieuw mentaal zijn modellezer en kiest hij uiteindelijk voor de oplossing die zo weinig mogelijk onvrede creëert bij de meerderheid van zijn lezers. Deze poging, hoe weinig ontwikkeld nog, om semiotische en mathematische modellen toe te passen op het vertaalproces is naar mijn mening zeer interessant en zou het verdienen nader te worden uitgewerkt tot een meer gearticuleerde theorie.
Bibliografie
CANETTI ELIAS Die gerettete Zunge. - Die Fackel im Ohr. - Das Augenspiel, München, Carl Hanser Verlag, 1995, ISBN 3-446-18062-1. Gebruikte uitgave: Die gerettete Zunge, Frankfurt, Fischer Verlag 1979, ISBN 3-596-22083-1.
LEVÝ JIŘÍ Translation as a decision process, in To Honor Roman Jakobson. Essays on the occasion of his seventieth birthday, Den Haag - Paris, Mouton, 1967, vol. 2, p. 1171-1182.
1 Canetti 1979: 51.
2 Opmerking van de Nederlandse vertaler.
|