7. Betekenis en psyche
|
|
"[...] het boek op zichzelf maakt je nieuwsgierig; zelfs, als je er langer over nadenkt, vind je het beter zo, dat je iets voor je hebt waarvan je nog niet goed weet wat het is" 1.
We zullen nu enige mogelijke opvattingen van de betekenis bekijken die rechtstreeks te maken hebben met de psyche van het subject en met de individuele kijk op de werkelijkheid.
1. |
De betekenis is de emotie die door een woord wordt gewekt. Sommige woorden zijn heel moeilijk te definiëren omdat ze vooral een emotionele connotatie hebben: bijvoorbeeld de woorden 'liefde', 'God', 'vrijheid' "hebben mede een affectieve betekenis. [...]. We kunnen zeer toepasselijk spreken over de emotionele connotatie van deze woorden als een cumulatieve betekenis van voorgaande emotionele reacties en over de affectieve neerslag die de psychische kanten van deze betekenis vormen als over een vorm van overleven van voorafgaande gevoelens en oordelen" 2. |
2. |
Dat wat verbonden is met een teken in de werkelijkheid: bijvoorbeeld, rook en vuur. Op analoge wijze spreken psychoanalytici over de betekenis van dromen, en hebben in dat verband het begrip "onbewust verlangen" geïntroduceerd. Op die manier vervangen ze de betekenis door de oorzaak. De betekenis van een droom is de (veronderstelde) oorzaak die hem heeft bepaald, dat wil zeggen het onbewust verlangen. Voor psychoanalytici zijn, net als voor alle natuurwetenschappers - merken Ogden en Richards op - "de causale relaties tussen tekens de meest interessante" 3. |
3. |
Het effect van een prikkel op het geheugen. In deze optiek is de verwijzing het resultaat van aanpassing aan een psychologische context, en "is de betekenis van A die betekenis waaraan het mentale proces dat A interpreteert is aangepast. Dit is de voornaamste situatie waarin woorden een betekenis hebben". Het gaat hier om introspectieve oordelen, dat wil zeggen van interpretaties van een bepaald type, soms om non-verbale oordelen, van "obscure gevoelens die met de verwijzing gepaard gaan". Soms zijn we in staat om zulke gevoelens in woorden tot uitdrukking te brengen, maar dat lukt niet altijd: soms zijn woorden niet geschikt voor de verwijzing die ze moeten symboliseren. In deze opvatting zou men het zodanige gebruik van symbolen dat bij de ontvanger referentiële handelingen optreden die overeenkomen met die handelingen welke door middel van hen door de zender symbolisch worden weergegeven, kunnen definiëren als communicatieve handelingen 4. |
Ogden en Richards kennen ook nog andere waarden toe aan het woord "betekenis", en wel dat wat de zender wil beduiden, dat waarnaar iemand verwijst die een symbool interpreteert, dat waarnaar iemand die een symbool interpreteert denkt te verwijzen en dat waarnaar diegene die een symbool interpreteert denkt dat de ontvanger verwijst. Al deze laatstgenoemde gevallen hebben de psychische activiteit van zender en ontvanger als impliciet subject.
De intentie ergens betekenis aan te geven valt niet altijd samen met de bedoeling van de gesprekspartner iets te ontcijferen. Daartegenover staat verder dat de interpretatie van een uiting soms gebaseerd is op (mogelijk verkeerde) voorspellingen of verwachtingen met betrekking tot de bedoelingen van de zender. In de psychologie wordt dit "projectie" genoemd.
Tot op zekere hoogte is het noodzakelijk te proberen de intenties van een ander te begrijpen om te kunnen communiceren, maar als bij die poging tot begrijpen de eigen intentie een rol gaat spelen en de veronderstelde intentie van de ander gaat overschaduwen, ontstaat een soort kortsluiting in de communicatie.
Nu we het hebben gehad over de mogelijke betekenissen van "betekenis", zowel in pragmatische als in psychische termen, zullen we erop ingaan hoe Ogden en Richards hun "contextuele interpretatietheorie" uiteenzetten, dat wil zeggen als opvatting van de semiotische daad van assimilatie van een uit woorden bestaande tekst 5.
De fase die voorafgaat aan het begrip van woorden is die van het zintuiglijk onderscheiden of herkennen (ook wel discriminatie genoemd). Als we onderscheiden tussen klanken of schrifttekens zijn we bezig met het interpreteren van een initieel teken. Om gebruik te kunnen maken van woorden is het noodzakelijk een klank of een beeld van elkaar te onderscheiden, op bewust of onbewust niveau.
Gezien het feit dat we gewend zijn aan het gebruik van woorden, is deze discriminatie iets onbewusts; ze kan echter tot iets bewusts worden, zoals bij het leren van een vreemde taal. 6. |
Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen essayistisch proza en poëzie: in het eerste geval hoeven we geen acht te slaan op de zintuiglijke kenmerken van de woorden, terwijl we er in de poëzie bewust aandacht aan moeten schenken, ook al kan dat verdere interpretatie belemmeren.
In zekere zin vormt het feit dat poëzie al vanwege haar verschijningsvorm op papier anders is, anders gezegd, het verschijnsel dat bij poëzie - anders dan bij proza - een flink deel van de pagina wit blijft, een zintuiglijke aanwijzing om te weten dat de aandacht die we aan de woorden moeten schenken niet de gebruikelijke is, maar ook hun klank omvat. Uitsluitend afgaan op de akoestische waarneming kan echter misleidend zijn. In de poëzie zijn woorden niet alleen maar klanken. Om ze te kunnen decoderen moeten we gelijktijdig aandacht schenken aan de betekenis van de klank en die van het teken.
Bibliografische verwijzingen
CALVINO I. Se una notte d'inverno un viaggiatore, Torino, Einaudi, 1979 (Nederlandse uitgave: Als op een winternacht een reiziger, vert. door H. Vlot, Amsterdam, Bert Bakker 1982).
OGDEN C. K. e RICHARDS I. A. The Meaning of Meaning. A Study of the Influence of Language upon Thought and of the Science of Symbolism. London, Routledge & Kegan Paul, 1960 [eerste editie 1923].
1 Calvino 1979, p. 9 (Calvino 1982, p. 9).
2 Urban, geciteerd in Ogden en Richards 1960, p. 199, vertaling uit het Engels van B. Osimo.
3 Ogden en Richards 1960, p. 200, vertaling uit het Engels van B. Osimo.
4 Ogden en Richards 1960, p. 205-206, vertaling uit het Engels van B. Osimo.
5 De toevoeging "verbaal" is niet overbodig, want in de semiotiek is elk object een tekst, ook al bestaat het niet uit woorden.
6 Ogden en Richards 1960, p. 209-210, vertaling uit het Engels van B. Osimo. Zie ook het eerste deel van de cursus, les 5.
|
|
|
|
|